Verbonden Léven

Mc.6,30-34 (5/02/2022)

De uitgezondenen [aposteloi] verzamelden zich weer bij Jezus en gaven hem verslag over alles wat ze gedaan en onderwezen hadden.
Hij zei tegen hen: “Komen jullie nu zelf eens mee naar een eenzame plaats om een beetje uit te rusten.” Want er waren er zovelen die kwamen en gingen dat ze zelfs geen gelegenheid hadden om te eten.
Ze vertrokken met de boot naar een eenzame plaats, alleen.
Velen zagen hen vertrekken en ze begrepen wat er gaande was. Vanuit de steden renden ze te voet erheen en waren er nog vóór hen. Toen Jezus uitstapte zag hij dan ook een grote menigte. Hij werd ten diepste bewogen om hen, want ze waren als schapen zonder herder. En hij begon hen over vele dingen te onderrichten.

Hun zendingsreis was intens geweest. Er valt heel wat te vertellen wanneer ze elkaar weerzien. Mooie, deugddoende verhalen worden er uitgewisseld over hoe zij in de wereld, bij de mensen, het goede hebben kunnen doen en hen mochten onderwijzen. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan. Er is ook een ander element dat essentieel is voor Jezus’ volgelingen, nl. je terugtrekken in de stilte. De eenzaamheid opzoeken en je opnieuw laten richten. Het is goed om op tijd en stond even halt te houden en je te herbronnen.
Leerling zijn heeft immers te maken met deze weg-en-weer-beweging van verkondigen, helen, … (actie) naar stilvallen, herbronnen, … (contemplatie) en opnieuw ... Ze herhaalt zich telkens weer. Of beter de twee werken op elkaar in, de ene kan niet zonder de andere. De ene voedt de andere. Je gaat op weg en leeft vanuit G-d, zo kom je telkens weer bij hem uit. Je komt tot rust, alles in je wordt stil. En dan vanuit de stilte zie je je even-mens met zijn noden. Je wordt ten diepste bewogen en kunt niet anders meer dan het goede te doen.
Wil jij leerling van Jezus zijn? Kijk dan even hoe het in jouw leven zit met het samenspel van die twee.

 

Mc.8,1-10 (12/02/2022)

In die dagen was er weer een grote menigte bij hem en zij hadden niets te eten.
Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: “Die mensen beroeren mij tot in mijn binnenste, want ze zijn al drie dagen bij mij en hebben niets te eten. Als ik hen zonder eten naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken, want sommigen zijn van ver gekomen.”
Zijn leerlingen antwoordden hem: “Vanwaar kan iemand in dit afgelegen gebied brood halen om al die mensen voldoende te voeden?” Hij vroeg hen: “Hoeveel broden heb je?” Ze zeiden: “Zeven.”
Hij gebood de mensen op de grond te gaan zitten.
Hij nam de zeven broden
en na gedankt te hebben [eucharistein],
brak hij ze
en gaf ze aan zijn leerlingen
om ze voor te zetten aan de menigte.
Ze hadden ook enkele visjes. Hij zegende die en zei ze ook voor te zetten. Ze aten en werden volop gevoed. En toen ze de overblijvende stukken ophaalden, waren er zeven manden. Er waren ongeveer vierduizend mensen.
Toen stuurde hij hen weg. Onmiddellijk stapte hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en ze kwamen in de streek van Dalmanuta.

Jezus heeft een diepe zorg om de mensen. Daarom heeft hij ook aandacht voor de héle mens. Hij voedt hen met zijn woord, maar als het erop aankomt, voedt hij hen ook met brood. Geen van beide mogen veronachtzaamd worden.

Maar wat doe je dan als je geen brood hébt?
Tóch danken en delen!
En wonderlijk komt het dan wel in orde …

Dat danken en delen, dat is: Eucharistie vieren. Dat kan dus aan je tafel, op straat, op je werk, … én ook in de kerk.

Mc.9,38-40 (23/02/2022)

Johannes bracht nu in: “Meester, wij hebben iemand gezien die in jouw naam demonen uitdrijft maar die ons niet volgt. Daarom hebben wij geprobeerd het hem te verhinderen.
Maar Jezus zei: “Verhinder het hem niet!, want niemand zal in mijn naam een machtige daad doen en tegelijk kwaadspreken over mij.
Want wie niet tegen ons is, is vóór ons!

Mensen zijn nog geen haar veranderd! (Daarom overigens blijft het interessant het Evangelie te lezen. Wij hebben nog even veel ‘bekering’ nodig als de mensen toen!) “Die behoort niet bij ons”, zeggen wij (niet luidop, maar wel gemeend), “daar kan niets goeds van komen!” Het is een o zo menselijke reflex om zichzelf en de eigen groep tot norm te nemen.
Daarmee missen we echter veel! We missen ermee de rijkdom die een ander in zijn andersheid ons kan bieden. We missen ermee dat goedheid heel veel gezichten heeft en dat die veel verder strekken dan ik of mijn groep kan zien. We missen ermee dat een ander iets kan bieden wat ik niet kan!
Om die goedheid is het Jezus te doen – niet om het behagen aan deze of gene groep op visie. Goedheid – wat nogal nauw aanleunt bij G-dheid – is ‘inclusief’: álles waar mensen beter (in de echte zin) van worden, álles waar mensen opgetild door worden, álles waardoor mensen tot hun recht komen en ‘bevrijd worden van demonen’ mag en hoort er bij.
Zie ik dat? Wil ik dat zien?

Mc.10,1-12 (25/02/2022)

Hij vertrok van daar [Kafarnaum] naar het gebied van Judea, via de overkant van de Jordaan. Opnieuw kwam er veel volk bij hem samen en, zoals hij gewoon was, onderrichtte hij hen. Er kwamen farizeeën naar hem. Ze vroegen hem, om hem te testen: “Is het een man geoorloofd zijn vrouw weg te sturen?”
Jezus antwoordde hen: “Wat heeft Mozes jullie gewezen?”
Ze zeiden: “Mozes heeft toegestaan een akte van scheiding te schrijven en haar weg te sturen.” [Deut.24,1]
Nu antwoordde Jezus hen: “Omwille van de verhardheid van jullie hart [sklèrokardian] heeft hij die wijzing geschreven. Maar vanaf het begin van de schepping [als principe, in oorsprong en doel] heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt. [Gen.1,27] Hierom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich verbinden aan zijn vrouw, [Gen.2,24] en deze twee zullen één lichaam worden, zodat ze niet meer twee, maar één zijn. Wat God dus heeft samengebracht, moet een mens niet scheiden.”
Terug thuis vroegen zijn leerlingen hierover door. Hij zei hen: “Wie zijn vrouw wegstuurt en een ander huwt, breekt echt, tegen de een, met de ander. En als een vrouw haar man verlaat en een ander huwt, breekt zij echt.

Enkele farizeeën willen Jezus testen. Wel, ze zullen hun test krijgen! Zoals het gebruikelijk was (en nog steeds is), bespreken Joden onder elkaar hun kwesties vaak als discussies en is het niet vreemd een vraag met een wedervraag te beantwoorden. Zo trekt men de ander mee in een bepaalde lijn van redeneren.
De lijn die Jezus volgt – en waarvan hij hoopt dat zij (én wij) die ook volgen – is die van de terugkeer naar de bron, de oorsprong, de oorspronkelijkheid, de ‘radix’-aliteit. Ook de Wijzing die Mozes gaf, gaat niet ver genoeg naar die wortel, vindt Jezus. De oorsprong ligt in de Schepping: dat wat door G-d aan de mens is gegeven om zin-vol (dat is: richting-vol) te leven.
Jezus redeneert vaak volgens die lijn en hier past hij hem toe op partnerrelaties. De diepe zin daarvan is niet te vinden als men die enkel aangaat ‘voor zolang het duurt’, maar alleen als men zich duurzaam aan elkaar verbindt.
De farizeeën wisten meteen langs welke ‘lijn’ ze thuis zichzelf eens konden testen …

Mc.10,13-16 (26/02/2022)

Men droeg kleine kinderen naar hem toe met de bedoeling dat hij ze zou aanraken [= hen de handen opleggen, als zegen], maar de leerlingen weerden hen af. Toen Jezus dit zag, raakte hij diep geschokt en zei hen: “Laat de kinderen bij mij komen, hinder ze niet!, want het koningschap van God is voor wie zijn als zij.
Amen, ik zeg jullie: Wie het koningschap van God niet ontvangt als een kindje, zal het echt niet binnengaan. En hij nam ze in zijn armen, legde hen de handen op en zegende hen.

Van de ‘grote mensen’ (zie gisteren de relatie-kwestie) naar de ‘kleine kinderen’ (niet altijd duidelijk wie wat is 😉).
De niet-leerling-grote-mensen (de ouders) hebben het door: hun kinderen moeten bij Jezus zijn. De leerling-grote-mensen (de apostelen!) hebben het (nog) niet door: wij zijn hier wel met serieuze zaken bezig, val ons niet lastig!
Jezus moet – weer eens – iedereen op zijn juiste plaats zetten, en ‘die het schoentje past, trekke het aan’! De kinderen zelf hebben daar geen moeite mee. Zij laten zich leiden, door hun ouders én door jezus. De leerlingen moeten dat nog (her-)leren.
Kan ík mij nog door ‘niet-officiële-leerlingen-van-Jezus’ naar hem toe laten brengen om mij te laten zegenen? Er zijn heel veel mensen en gebeurtenissen die mij naar Jezus toe kunnen leiden, maar omdat ze geen etiketje van ‘katholiek’ hebben laten wij ze links liggen, of sterker nog: weren ze – ‘officiële’ leerlingen als wij onszelf graag vinden.
En Jezus zegt: “Het koningschap van G-d is voor wie zijn als de kinderen …”

Mc.6,30-34 (4/02/2023)

De uitgezondenen [aposteloi] verzamelden zich weer bij Jezus en gaven hem verslag over alles wat ze gedaan en onderwezen hadden. Hij zei tegen hen: “Komen jullie nu zelf eens mee naar een eenzame plaats om een beetje uit te rusten.” Want er waren er zovelen die kwamen en gingen dat ze zelfs geen gelegenheid hadden om te eten.
Ze vertrokken met de boot naar een eenzame plaats, alleen. Velen zagen hen vertrekken en ze begrepen wat er gaande was. Vanuit de steden renden ze te voet erheen en waren er nog vóór hen. Toen Jezus uitstapte zag hij dan ook een grote menigte. Hij werd ten diepste bewogen om hen, want ze waren als schapen zonder herder. En hij begon hen over vele dingen te onderrichten.

Wat een groot vertrouwen had Jezus toch in zijn leerlingen! Amper waren ze nog geen jaar bij hem en hij zend ze al uit om in zijn naam de boodschap te verkondigen! Zou ík ‘mijn zaak’ zo uit handen durven geven?
Wellicht kon Jezus dat omdat hij tegelijk het heel grote vertrouwen had dat het niet ‘zijn zaak’ was, maar die van G-d, zijn Vader! Die zou de leerlingen wel voorzien van wat zijzelf en ‘de zaak’ nodig hadden. ‘Verkondigen’, zowel in woord als in daad, is overigens altijd meer een kwestie van zaaien dan van oogsten.
Wel is er in heel dat vertrouwensgebeuren iets wat Jezus blijkbaar toch naar voor schuift: “Kom nu zelf eens mee naar een eenzame plaats …” Om ín dat vertrouwen te kunnen leven moet er voldoende adem, dat is: Geest-Kracht!, zijn.
Jezus weet aan den lijve dat die rust gemakkelijk doorkruist wordt. Hij laat het zelfs gebeuren: de mensen mógen hem ‘storen’. Maar finaal moet er steeds dat punt van terugkeer zijn: de stilte om op Adem te komen …