Verbonden Léven

 Mt.1,1-16.18-23 (8/09/2020)

Geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. Abraham was de vader van Isaäk, Isaäk van Jakob,
Jakob van Juda en zijn broers; Juda was de vader van Peres en Zerach, die uit Tamar geboren werden; Peres was de vader van Chesron,
Chesron van Aram, Aram van Amminádab, Amminádab van Nachson, Nachson van Salmon, Salmon van Boaz, die uit Rachab geboren werd;
Boaz was de vader van Obed, geboren uit Ruth. Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning.
David was de vader van Salomo, die geboren werd uit de vrouw van Uría; Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam van Abía, Abía van Asa,
Asa van Josafat, Josafat van Joram, Joram van Uzzia, Uzzia van Jotam, Jotam van Achaz, Achaz van Hizkía, Hizkía van Manasse, Manasse van Amon,
Amon van Josía, Josía van Jechonja en zijn broers, in de tijd van de Babylonische ballingschap.
Na de Babylonische ballingschap werd Jechonja de vader van Seáltiël, Seáltiël van Zerubabel, Zerubabel van Abiúd, Abiúd van Eljakim,
Eljakim van Azor, Azor van Sadok, Sadok van Achim, Achim van Eliúd, Eliúd van Eleázar, Eleázar van Mattan, Mattan van Jakob.
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus, die Christus genoemd wordt.
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze: Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef bleek zij, voordat ze gingen samenwonen,
zwanger van de heilige Geest. Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden.
Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak: “Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw,
tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.”

 We kunnen natuurlijk wel Maria’s verjaardag vieren, maar een Bijbels bericht over haar geboorte is er uiteraard niet.
De evangelist Matteüs neemt haar wel op in het geslachtsregister waarmee hij Evangelie aanvangt (eigenlijk bedoeld om Jézus te situeren in de lijn van Gods geschiedenis met zijn volk).
Héél interessant is uiteraard dat Maria daarmee in de ‘befaamde’ galerij van vier andere vrouwen komt, allemaal ‘onregelmatige toestanden’, zoals dat van Maria ook was!
Waarmee Matteüs dus duidelijk aangeeft: “Voor G-d is alles mogelijk!” Kleinmenselijkheden staan hem nooit in de weg. Integendeel: Het kleine wordt door G-d uitverkoren groots te worden.
Dat zien we mooi bij elk van de ‘scharniermomenten’:
Bij de ‘grote koning David’ gaat de lijn alleen verder nadat hij zijn absolute kleinheid heeft erkend
(na zijn gemeenschap met de vrouw van één van zijn officiers; díe nakomeling is de volgende voorvader!)
Bij de ballingschap was het Joodse volk heel zijn grootsheid kwijt, voor velen daarmee ook hun geloof in een bevrijdende God.
En toch loopt het verhaal verder, en ontdekten ze een verinnerlijkt geloof: uiterlijk gezien meestal klein, maar onverwoestbaar weerbaar.
En dan is er daar Maria … een nog maar amper jonge vrouw van wellicht een jaar of 14. Volstrekt ‘klein’ in de ogen van de wereldgeschiedenis …
die het uitzingt (in het Lucas-evangelie): “Kleinen maakt Hij groot!”
Vandaag vieren we dus háár geboorte. Wie zou op dat moment gedacht hebben wat voor ‘grote dingen’ er met haar zouden gebeuren?
Als je ergens in de loop van de dag een baby ziet, denk je daar dan even aan … ?