Wil je graag het evangeliecommentaar dagelijks in je mailbox? Schrijf je dan in op onze dagelijkse nieuwsbrief onderaan de homepagina.
Dinsdag (19/03/2024) – hoogfeest van St.-Jozef
Mt.1,16.18-21.24a
16 Jakob verwekte Jozef, de man van Maria,
uit wie Jezus werd geboren,
genoemd: de gezalfde [Christos-Messiah].
18 De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef.
Voor zij echter gingen samen leven,
werd zij zwanger bevonden uit heilige geest.
19 Haar man Jozef, die integer was,
wilde haar niet openlijk te schande maken
en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
20 Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht,
verscheen een boodschapper [engel] van de Heer
in een droom aan hem:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bang Maria, je vrouw,
bij jou te nemen,
want wat in haar is verwekt
is uit heilige geest.
21 Ze zal een zoon baren
en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven,
want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
24 Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef nu zoals de boodschapper van de Heer
hem had opgedragen.
Over Jozef staat niet veel te lezen in de Bijbel. Maar dat is misschien ook net zijn kracht! Hij speelt een cruciale rol in het heilsgebeuren, en toch trekt hij de aandacht op geen enkele manier naar zich toe! Daarmee vervult hij proto-typisch de rol van de Bijbelse mens, de mens naar G-ds hart (zie bv Psalm 92, de vreugdezang van de rechtvaardige): Ook Johannes de doper zal zeggen: “Niet ik ben het!” En zelfs Jezus zal het zeggen (hij had het thuis al gehoord!): “Ik kan niets uit eigen kracht!”
Over Jozef staat wél te lezen dat hij ‘integer’ is. Vaak wordt ook vertaald: ‘rechtvaardig’, dat past omdat dat een zeer Bijbelse term is, maar wij vandaag vullen die te makkelijk juridisch in, en dan zitten we ver van de Bijbelse betekenis. ‘Vaardigheid in het rechte’ gaat over een wijsheid die gegrond is in een vertrouwen op G-d, en die dus het hart en de wil richt op wat G-d wil en die dan ‘doet wat moet’, niet uit plicht, maar uit liefdevol vertrouwen!
Uit zó’n houding worden wondere dingen geboren …!
Maandag (18/03/2024)
Joh.8,1-11
1 (Maar) Jezus ging naar de Olijfberg.
2 Bij de ochtendschemering kwam hij weer in de tempel
en al het volk kwam naar hem.
Hij ging zitten en onderrichtte hen.
3 Maar de schriftgeleerden en farizeeën
brachten een vrouw bij hem
die op overspel was betrapt
en plaatsten haar in het midden.
4 Ze zeiden hem:
“Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel.
5 In de wet heeft Mozes ons geboden
zulke vrouwen te stenigen.
En jij nu, wat zeg jij?”
6 Dit vroegen ze om hem op de proef te stellen,
opdat ze hem zouden kunnen aanklagen.
Maar Jezus boog zich naar beneden
en schreef met de vinger in de aarde. [Jer.17,13]
7 Toen ze bleven vragen,
boog hij zich naar boven
en zei tegen hen:
“Wie van jullie zonder zonde is
moet maar als eerste een steen op haar werpen.”
8 En opnieuw boog hij zich naar beneden
en schreef in de aarde.
9 Toen ze dit hoorden, gingen ze één voor één naar buiten,
beginnend bij de oudsten, tot de laatste.
Ze lieten hem alleen achter,
met de vrouw die in het midden stond.
10 Opnieuw boog hij zich naar boven
en zag niemand behalve de vrouw.
Hij zei tegen haar:
“Vrouw, waar zijn je aanklagers?
Heeft niemand je veroordeeld?”
11 Ze zei: “Niemand, heer.”
En Jezus zei:
“Ook ik veroordeel je niet.
Ga heen, en zondig [verwijder je] van nu af niet meer.”
Behalve dat we het altijd mooi vinden als Jezus barmhartig is voor mensen, bewonderen we het in dit verhaal bij hem dat hij zo wijs optreedt. We vinden het ‘knap gedaan van hem’ dat hij zich uit netelige situaties weet te redden met ‘een derde oplossing’. Hij laat zich niet vangen in een welles-nietes spel.
Maar hóe doet hij dat dan? Waar haalt hij die wijsheid? Het staat hier ook te lezen!, in dat ene inleidende zinnetje: Hij ging naar de Olijfberg … Na de drukte van de stad en de tempel, trekt hij zich telkens terug in de stilte, om daar zijn ‘antenne’ weer af te stemmen op Diegene waar het éigenlijk over gaat. Of we zouden het preciezer moeten zeggen: Niet ná de drukte trekt hij zich terug, om uit te blazen of weer op krachten te komen, maar ervóór! Eérst stemt hij zich in de stilte af op G-d, en van daarúit zoekt hij de mensen op en kan hij ‘wijs’ met hen omgaan.
Het zou ‘wijs’ zijn als wij zelf ook déze volgorde aanhouden bij ons dagelijks handelen …
Zondag (17/03/2024) – 5de zondag van de Vasten
Joh.12,20-33
20 Onder degenen die opgingen [naar Jeruzalem]
om deel te nemen aan het [Paas]feest,
waren ook enkele Grieken. [niet-Joden die toch meededen met de Joodse godsdienst]
21 Zij kwamen naar Filippus, van Betsaïda in Galilea,
en vroegen hem:
“Heer, het is onze bedoeling Jezus te ontmoeten.”
22 Filippus sprak erover met Andreas
en samen gingen ze het Jezus melden.
23 Jezus antwoordde hen:
“Het uur is gekomen
[Dit is de eerste keer dat Joh. schrijft dat zijn ‘uur’ wél gekomen is; tot nu toe was het steeds níet.]
dat de mensenzoon verheerlijkt wordt.
24 Amen, amen, ik zeg jullie:
Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft,
dan blijft hij alleen;
maar als hij sterft,
draagt hij overvloedig vrucht.
25 Wie zijn eigen leven liefheeft,
verliest het;
wie zijn eigen leven in deze wereld loslaat,
behoudt het voor het voor het volle leven.
26 Als iemand mij dienstbaar wil zijn,
moet hij mij volgen,
en waar ik ben, zal ook mijn dienaar zijn.
En als iemand mij dienstbaar is, zal de Vader hem eren.
27 Nu is mijn wezen hevig beroerd
en wat moet ik zeggen:
Vader, bevrijd mij uit dit uur?
Maar juist hierom ben ik gekomen: om dit uur …
28 Vader, laat nu de grootheid van jouw Naam zien!”
Toen klonk er een stem uit de hemel:
“Ik heb mijn grootheid getoond
en ik zal mijn grootheid opnieuw tonen.”
29 De omstaanders hoorden dit en zeiden dat het donderde;
anderen zeiden dat een engel tegen hem sprak.
30 Jezus zei:
“Deze stem was er niet om mij, maar om jullie!
31 Nu wordt deze wereld geoordeeld;
nu wordt de heerser van deze wereld gebannen.
32 En ik, wanneer ik zal verheven zijn boven de aarde,
zal allen tot mij trekken.”
33 Hiermee gaf hij aan welke dood hij zou sterven.
We kennen deze passage wel zowat. Het is een krachtige (johaneïsche) verwoording van Jezus’ opdracht in onze wereld, en het beeld van de graankorrel die moet sterven is een oersymbool geworden voor zíjn weg en die van zijn volgelingen.
Waar we makkelijk aan voorbij zouden lezen, is het feit dat hij deze fameuze woorden spreek tot … “enkele Grieken”, vreemdelingen dus, niet-Joden, ‘heidenen’! Hun geboeidheid door het geloof, het feit dat ze er moeite voor doen naar Jeruzalem te komen en hém zoeken te ontmoeten, is voor Jezus voldoende om zich ook aan hen in volheid te openbaren.
We kunnen dus van die ‘Grieken’ leren! Is ons verlangen naar het waarachtig leren kennen van G-d zo sterk dat wij er ons in beweging voor laten zetten, dat wij er ‘vreemde oorden’ voor opzoeken, ons ‘in den vreemde’ begeven, en werkelijk Jezus zoeken te ontmoeten? In de mate dat wij dat ook daad-werkelijk doen, zal hij ook zelf naar ons toe komen en zich aan ons tonen zoals hij is: een graankorrel in de aarde …
Zaterdag (16/03/2024)
Joh.7,40-53
40 Sommigen die deze woorden hoorden, zeiden:
“Hij is waarlijk de profeet!” [= de profeet die Mozes had aangekondigd]
41 Anderen zeiden:
“Hij is de Gezalfde!” [Christos / Messiah]
Maar nog anderen zeiden:
“De Gezalfde komt toch niet uit Galilea!?
42 Zegt de Schrift niet dat de Gezalfde zal komen
uit de nakomelingen van [koning] David
en uit Betlehem, het dorp waar David vandaan kwam?”
43 Zo ontstond er onenigheid onder het volk om hem.
44 Sommigen wilden hem grijpen,
maar niemand kon beslag leggen op hem.
45 Zo kwamen de gerechtsdienaars bij de hogepriesters en farizeeën
en die zeiden tegen hen:
“Waarom heb je hem niet meegebracht?”
46 De dienaars antwoordden:
“Nog nooit heeft een mens gesproken
zoals deze mens!”
47 De farizeeën antwoordden daarop:
“Jullie zijn toch ook niet aan het dwalen geraakt?!
48 Niet één van de oversten of van de farizeeën
heeft toch in hem vertrouwen gesteld?
49 Maar alleen die meute, die de wet niet kent
– vervloekt zijn ze!”
50 Nikodemus, één van hen,
die eerder al ’s nachts bij Jezus was gekomen,
zei hen:
51 “Onze wet veroordeelt toch geen mens
zonder hem eerst te hebben gehoord
en kennis te hebben van wat hij doet?”
52 Ze antwoordden hem:
“Jij komt toch ook niet uit Galilea?!
Zoek het maar op,
en je zult zien dat er uit Galilea geen profeet opstaat!”
53 Toen vertrok iedereen naar huis.
Daar hebben we het wéér! – Je mag het dan ook gerust een kernboodschap van de hele Bijbel noemen: Mensen zitten erg makkelijk vast aan eigen ideeën en interpretaties, waardoor ze niet zien dat er ándere boeiende dingen op hun weg komen. G-d is per definitie geen mens, en dus de Gans Andere. Als wij niet echt openstaan voor ‘andersheid’, zullen we zijn Aanwezigheid niet herkennen.
In deze passage ligt het zelfs nog heel delicaat, want men beroept zich op de Schrift. “Die kan toch niet fout zitten”, zegt men dan, maar eigenlijk hanteert men een eigen interpretatie van die Schrift en verheft die als goddelijk op zichzelf – vooral bedoeld om er andere meningen de mond mee te snoeren.
Opnieuw is het opletten geblazen dit niet alleen toe te passen ‘in Jezus’ tijd’. Nee, bijbelteksten gaan over álle tijden, omdat ze gaan over mensen en G-ds verhaal met hen. Daarom moeten we de Schrift blíjven lezen, maar wel met een open oog en open hart om ons door ‘andersheid’ te laten uitdagen en aanvullen. Dan pas zullen we iets van G-d op het spoor komen.
Vrijdag (15/03/2024)
Joh.7,1-2.10.25-30
1 Hierna trok Jezus rond in Galilea.
Hij wilde dat niet in Judea doen
omdat de Joden hem zochten te doden.
2 Het Joodse Loofhuttenfeest was nabij.
10 Maar toen zijn broers vertrokken waren naar het feest,
ging hij zelf ook,
maar niet openlijk, maar in het verborgene.
25 Nu zeiden sommige Jeruzalemmers:
“Is dat niet degene die ze zoeken te doden?
26 En kijk, hij staat hier vrijmoedig te spreken
en ze zeggen niets.
Zouden de oversten werkelijk erkend hebben
dat hij de Gezalfde [christos / messiah] is?
27 Maar van hem weten we vanwaar hij is,
terwijl als de Gezalfde komt
niemand weet vanwaar hij is.”
28 In zijn onderricht in de tempel riep Jezus daarom uit:
“Ja, jullie kennen mij! Ja, je weet vanwaar ik ben!
Maar ik ben niet uit mezelf gekomen,
het is de waarachtige die mij gezonden heeft
en die kennen jullie niet.
29 Maar ik ken hem, omdat ik bij hem vandaan kom
en hij mij gezonden heeft.”
30 Ze zochten hem dus te grijpen,
maar niemand sloeg de hand aan hem
omdat zijn uur nog niet gekomen was.
In dit stukje Evangelie is het leerzaam op te merken hoe de weerstand tegen Jezus niet alleen van ‘de farizeeën en oversten’ komt, maar evengoed vanuit het gewone volk. We hebben de neiging dat criticisme makkelijker bij ‘de oversten’ te leggen, omdat we gewoonlijk onszelf daar niet toe rekenen en er onszelf dus mee buiten schot zetten. Als we hier lezen dat ook onder het gewone volk veel twijfel en scepticisme zit, dan komen we er misschien – eindelijk – toe te erkennen dat dat ook bij onszelf zit!
Zouden wij anders gereageerd hebben als wij tussen die mensen van toen hadden geleefd? Reageren wij nú anders dan toen?
Ook nu rekenen wij mensen af op hun afkomst, vaak nog voor we naar hun boodschap hebben geluisterd. Ook nu schuiven wij mensen met een boodschap makkelijk aan de kant – vooral als de boodschap ons lastig valt.
Jezus – toen én vandaag – begeeft zich onopvallend tussen de mensen. Hij ‘zaait zijn woord’, op zoek naar een hart dat vruchtbare grond wil zijn ervoor. Wanneer zal ik mijn weerstand daartegen laten varen?
Donderdag (14/03/2024)
Joh.5,31-47
31 “Als ik getuig over mezelf,
heeft mijn getuigenis geen waarde.
32 Maar er is iemand anders die over mij getuigt
en ik weet dat zijn getuigenis over mij waar is.
33 Jullie hebben gezanten gezonden naar Johannes
en hij heeft naar waarheid getuigd.
34 Zelf heb ik het getuigenis van een mens niet nodig,
maar ik zeg dit tot jullie vrijmaking.
35 Hij was de lamp, brandend en schijnend,
maar jullie hebben je maar een uur
in zijn licht willen verheugen.
36 Maar ik heb een getuigenis dat groter is dan dat van Johannes:
de werken die de Vader aan mij gegeven heeft om te volbrengen.
Wat ik doe getuigt over mij dat de Vader mij gezonden heeft.
37 En de Vader die mij gezonden heeft,
heeft zelf over mij getuigd.
Jullie hebben zijn stem nooit gehoord,
noch heb je zijn beeltenis gezien
38 en zijn woord heb je niet in je opgenomen,
omdat je geen vertrouwen stelt in wie hij gezonden heeft.
39 Jullie onderzoeken de Schriften
omdat je meent daarin het volle leven te vinden.
Maar zij getuigen juist over mij!
40 En toch wil je niet naar mij komen om leven te vinden.
41 Ik neem geen eer van mensen aan,
42 maar ik weet dat jullie de liefde voor God niet in jullie hebben.
43 Ik ben gekomen in de naam van mijn Vader
en je neemt mij niet aan;
en als een ander komt in zijn eigen naam,
neem je hem wel aan!
44 Hoe kunnen jullie leven in vertrouwen
als je wel eer van elkaar aanneemt,
maar niet de eer van de enige God zoekt?
45 Denk niet dat ik jullie zal aanklagen bij de Vader.
Degene die jullie zal aanklagen, is Mozes,
op wie je je hoop had gevestigd.
46 Want als jullie écht in Mozes je vertrouwen hadden gesteld,
zou je ook je vertrouwen stellen in mij,
want hij heeft over mij geschreven!
47 Maar als je geen vertrouwen stelt in zijn geschriften,
hoe zul je dan vertrouwen stellen in mijn woorden?”
Tegen de tijd dat Johannes zijn Evangelie schreef (toch zo’n 70 jaar na Jezus’ dood) had men al wat tijd gehad om het Christusmysterie dieper te doorgronden. Niet dat men het toen allemaal klaar en duidelijk wist – met het Christusmysterie zijn we nooit klaar, ook niet na 2000 jaar, laat staan in ons eigen beperkte mensenleven – maar enkele lijnen worden geleidelijk ontwaard.
Zo wordt hier heel duidelijk een ‘rode draad’ getrokken van de Schriften (ons ‘Oude Testament’) via Johannes de doper naar Jezus. Wie dus aandachtig en met open ogen en hart de Schrift leest, komt bij Jezus uit als de vervulling van de Torah.
De vraag is dus of onze ogen en ons hart open genoeg zijn om het te zíen, om erop te vertrouwen dat Jezus gezonden is in G-ds Naam, en dat wij dus op zijn woorden mogen bouwen. Als wij níet het getuigenis aanvaarden van de Schrift of van de profeten (ook hedendaagse), maar enkel vertrouwen op ons eigen inzicht, lopen we het risico het na 2000 jaar nóg niet te zien!