Verbonden Léven

Mc.8,1-10 (12/02/2022)

In die dagen was er weer een grote menigte bij hem en zij hadden niets te eten.
Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: “Die mensen beroeren mij tot in mijn binnenste, want ze zijn al drie dagen bij mij en hebben niets te eten. Als ik hen zonder eten naar huis stuur, zullen ze onderweg bezwijken, want sommigen zijn van ver gekomen.”
Zijn leerlingen antwoordden hem: “Vanwaar kan iemand in dit afgelegen gebied brood halen om al die mensen voldoende te voeden?” Hij vroeg hen: “Hoeveel broden heb je?” Ze zeiden: “Zeven.”
Hij gebood de mensen op de grond te gaan zitten.
Hij nam de zeven broden
en na gedankt te hebben [eucharistein],
brak hij ze
en gaf ze aan zijn leerlingen
om ze voor te zetten aan de menigte.
Ze hadden ook enkele visjes. Hij zegende die en zei ze ook voor te zetten. Ze aten en werden volop gevoed. En toen ze de overblijvende stukken ophaalden, waren er zeven manden. Er waren ongeveer vierduizend mensen.
Toen stuurde hij hen weg. Onmiddellijk stapte hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en ze kwamen in de streek van Dalmanuta.

Jezus heeft een diepe zorg om de mensen. Daarom heeft hij ook aandacht voor de héle mens. Hij voedt hen met zijn woord, maar als het erop aankomt, voedt hij hen ook met brood. Geen van beide mogen veronachtzaamd worden.

Maar wat doe je dan als je geen brood hébt?
Tóch danken en delen!
En wonderlijk komt het dan wel in orde …

Dat danken en delen, dat is: Eucharistie vieren. Dat kan dus aan je tafel, op straat, op je werk, … én ook in de kerk.