Verbonden Léven

Psalmen4

Psalm 75

Kunstwerk als verwerking van de Psalm gemaakt door Elly Mondelaers

Psalm 75

God, wij brèngen Je dànk,
wij brengen Je dánk met dit lìed!
Wij loven jouw Naam die nabìjheid is
en verhálen van jouw wondere wèrken.

“Ja, op de gùnstige tìjd
zal Ik óordelen in gerèchtigheid.
Al wankelt de aarde en haar bewòners,
Ik heb haar stévig gegròndvest.

Tot de grootdoeners zeg Ik: dòe niet gròot,
en tot de verdwaasden: verhéf je nìet;
verhef je niet tegen de hèmel,
spreek niet met je hóofd in je nèk.”

Niet in het oosten, nìet in het wèsten,
zoek het niet op onmógelijke plàatsen;
het is Gòd die de wereld richt:
Hij geeft íeder zijn plaats terècht.

De Heer houdt in zijn hànd een bèker
met sterke en krúidige wìjn,
maar slechts de dròesem zal Hij doen drinken
aan de verdwáasden van de àarde.

Maar ik, ik zal ervan verhàlen tot altìjd,
ik zal zingen dit líed voor Jòu, mijn God:
“De kracht van de verdwaasden zal Ik brèken;
de kracht van de rechtváardigen zal Ik verhèffen.”

 

  

(Gezongen door zusters van de St.-Trudoabdij, met citerbegeleiding)

 

Psalm 75 – aanzet

Deze maand (zoals wel meer) een Psalm waarin verschillende stemmen weerklinken: een ‘wij-stem’ (de gemeenschap), een ‘Ik-stem’ van G-d, een ‘ik-stem’ van een profeet en nog een derde ‘ik-stem’ misschien die van mezelf(?)

Maar eerst even iets over de titel ‘Een loflied van de integere’. Dat was voor mij toch wel even een drempel om over te gaan. Ik voel me namelijk niet zo integer. Wie ben ik dan om dit loflied te gaan zingen, laat staan om er iets over neer te schrijven. Maar soit het is mijn beurt dus ik ga ermee aan de slag. En het houdt me bij de les, telkens opnieuw begin ik met die titel. Hij roept mij op om te reflecteren over mijn leven, over wat me zoal te doen staat … is dat allemaal wel zo integer of moet ik me misschien iets meer laten richten door deze Psalm, door G-d, in plaats van door al wat van overal (oosten, pastorale eenheid, presentie, westen, …) aangewaaid komt. De integriteit zal niet van daar komen. Ze zal niet komen van wat ik daar realiseer, maar gewoon van G-d die mij een terechte plaats geeft … alleen op díe plek zal ik Léven ... ‘t zal dus een kwestie zijn om ze elke keer opnieuw op het spoor te komen en te durven erkennen dat dit de enige juiste plek is voor mij om te leven.

Maar nu naar de Psalm zelf

Eerst is de ‘wij-stem’ aan de beurt die G-d looft. Daar begint het mee, met lof aan G-d. Vermoedelijk stamt de Psalm uit een tijd waarin Israël veel last had van buitenlandse vijanden, of intern van mensen die het met G-d en zijn wet niet zo nauw namen. Mensen die compleet hun eigen weg gaan (er is niet veel veranderd op die tijd 😊). Het is daar te midden van die mensen dat deze Psalmzingers de wonderen van G-d belijden. Ze zwijgen niet, de verhalen gaan van mond tot mond. Gelovige mond-op-mondreclame van G-ds grote daden, je moet het maar doen. Ze loven G-d om datgene waar ze ‘weet’ van hebben, nl. een goddelijke werkelijkheid (zijn Naam) die nabij(heid) is. Geen werkelijkheid voor ooit eens, weet ik veel waar of wanneer, maar één die nabij is, die hier en nu reeds gebeurt tussen mensen en groeit. En nu ze samen zijn in de tempel jubelen ze het uit. Dat is pas écht: G-d eren! Blijven vertellen over hoe je G-d ervaart, voelt, hoe bevrijdend hij in jouw leven werkt en dat in een wereld waar G-d doodverklaard lijkt te zijn. Daar kan ik nog veel van leren.

De tweede stem is die van G-d zelf. Hij heeft iets te zeggen. Hij belooft dat hij naar recht en wet zal oordelen, maar wel op de tijd die hij zelf daarvoor geschikt acht. Hij is niet afhankelijk van ons mensen met onze wensen, noch van onze frustraties. Hij wil ons daarmee niet in het ongewisse laten of ons onzeker maken, maar veeleer geruststellen. Al dat oordelen, vernederen en verheffen is niet aan ons, laat dat maar over aan G-d. En ja het loopt regelmatig mis (heel mis), maar de wereld valt niet om, al schudt ze nog zo hard op haar fundamenten. De fundamenten zijn immers van G-d zelf dus die zullen niet onderuitgaan. Hij heeft ze stevig gegrondvest. ‘t Enige dat ik te doen heb, is mezelf niet groter maken dan ik ben. Zo herkenbaar … het is lastig om op de plaats die G-d je toekent te blijven staan, nochtans is dat de enige waar je helemaal tot bloei zal komen, alleen daar kan je volledig mens worden. Dus stop met zelfverheffing(verheerlijking). Wees nederig. Ken je plek … want het spreekwoord: hoogmoed komt voor de val, is niet uit de lucht gegrepen.

En dan komt de profeet aan het woord. Hij ziet zijn vijanden afkomen van alle kanten, uit het oosten en het westen … koning Sanherib, strijders, boosdoeners, hebzuchtige, de wetenschap, de economie, … Zij menen het voor het zeggen te hebben. Maar geen koning, geen mens, geen systeem of structuur bepaalt wat belangrijk of onbelangrijk is. Het is niet aan ons om wie dan ook te verheffen of te vernederen. Het is G-d die zich daarmee bezighoudt alles en iedereen zijn plaats geeft. Het enige wat ons te doen staat is samen proberen zo integer mogelijk te leven en zo met elkaar op het spoor trachten te komen van wat het wil zeggen G-dgericht leven, want alleen in zo’n samenleving zal ieder zijn toegewezen plek vinden en ten volle leven.

En dan komen we bij ’t einde …
Maar ik …
Zal ik ervan verhalen?
Zal ik zingen dit lied voor G-d?