Verbonden Léven

Mt.12,1-8 (16/7/2021)

Op zekere sabbat liep Jezus door korenvelden. Zijn leerlingen kregen honger en begonnen aren te plukken en te eten. De farizeeën echter zagen dit en zeiden: “Kijk! Je leerlingen doen iets wat niet mag op sabbat.”
Hij antwoordde: “Hebben jullie geen kennis genomen van wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger kregen? [1Sam.21,1-16] Hoe hij het huis van God binnenging en de uitstallingsbroden opat, die hij noch zijn metgezellen mochten eten, maar alleen de priesters? Of hebben jullie geen kennis genomen van de wet dat de priesters die op sabbat de tempeldienst doen de sabbat ontwijden en [toch] onschuldig zijn? En ik zeg jullie erbij: Hier is iets groters dan de tempel!
Als jullie echter kennis hadden van ‘barmhartigheid [daden van tederheid] wil ik, geen offers’ [Hos.6,6], zouden jullie geen onschuldigen veroordelen. Want de mensenzoon is ook heer van de sabbat.”

Eigenlijk toch wel wat straf dat Jezus de farizeeën en schriftgeleerden hier en elders in het Evangelie op hun nummer zet aan de hand van Schriftteksten. “Hebben jullie geen kennis genomen …?” Ze hadden dat zeker en vast wél! Ze waren doorkneed in die Schriften: ze lazen en bediscussieerden die de dag door. En toch wijst Jezus hen erop dat ze “er geen kennis van hebben”.
Er is blijkbaar een soort ‘kennis’ die wel ‘kennis’ genoemd wordt, maar het slechts ten dele is. Het is de kennis van het rationele discours, de ‘wetenschap’. Jezus wijst díe kennis niet af, maar vervolledigt haar – maakt haar heel, heelt haar – met een andere vorm van ‘kennis’, nl. die van de barmhartige tederheid. Alleen die ‘geheelde kennis’ “veroordeelt geen onschuldigen”.
Je hoeft geen uitmuntende verstaander te zijn om te zien dat het probleem van die ‘halve kennis’ vandaag nog steeds – ik zou durven zeggen: steeds meer – bestaat! Er is maar één heel-middel voor: bewust en uitdrukkelijk er de barmhartige tederheid aan toevoegen!