Verbonden Léven

Mt.6,7-15 (23/2/2021)

Als je bidt, babbel er dan niet op los, zoals veel volkeren doen.
Zij denken dat ze door hun veelheid aan woorden verhoord zullen worden.
Doe hen niet na! Je Vader weet wat je nodig hebt nog voor je het hem vraagt. Bid als volgt:

Onze Vader in de hemelen,
geheiligd worde jouw Naam,
kome jouw koningschap,
gebeure jouw bedoeling
op aarde zoals in de hemel
Geef ons vandaag
ons nodige brood
en vergeef ons onze schulden
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven,
en lever ons niet over aan de aanvechtingen,
maar verlos ons van het kwade.

Want als je de mensen hun misstappen vergeeft, vergeeft je hemelse Vader ook jou;
maar als je aan de mensen hun misstappen niet vergeeft, vergeeft je hemelse Vader ook jou niet.

Over het ‘Onzevader’ zou natuurlijk héél veel te zeggen zijn. Omdat we hier alleen korte bedenkingen geven, is het voornaamste misschien
dat we het gewoon elke dag moeten doen (in beide betekenissen: het bidden én het verwerkelijken, en het tweede vloeit voort uit het eerste).
Een werkzame innerlijke houding daarbij is: ons er terdege bewust van te zijn dat we ‘in Jezus’ bidden, of juister nog,
dat met het bidden van deze woorden Jézus bidt in ons! Los van of ik nu de woorden tot in al hun nuances al of niet begrijp,
geef ik – door ze te bidden – ruimte aan Jezus om ze in deze wereld, vandaag, te ‘doen’!
En opnieuw is er – zoals gisteren – die merkwaardige vereenzelviging: vergeving aan onze medemensen
(wat wij bij een bewust bidden van het Onzevader telkens doen), wordt ‘ipso facto’ ook G-ds vergeving aan ons.
Dit mogen mooie woorden zijn, als ze maar niet een ‘er op los babbelen’ worden …