Verbonden Léven

Mt.21,33-43 (4/10/2020) 

Luister naar een andere vergelijking [zei Jezus tegen de afgezanten van de Joodse oversten]:
“Er was eens een huisheer die een wijngaard aanlegde. Hij zette er een omheining rond, groef erin een perskuip uit en bouwde er een wachttoren.
Toen verhuurde hij hem aan wijnbouwers en vertrok naar het buitenland.
Toen nu de tijd kwam van de oogst, zond hij zijn dienaars naar de wijnbouwers om zijn deel van de oogst te ontvangen.
Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. De een ranselden ze af, een ander doodden ze en nog een ander stenigden ze.
Opnieuw zond hij nu dienaren, meer nog dan de eersten, maar ze deden met hen net zo.
Ten slotte zond hij zijn zoon naar hen, denkend dat ze door zijn zoon tot inkeer zouden komen.
Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze echter onder elkaar: “Dat is de erfgenaam! Vooruit, laten we hem doden en zijn erfenis in bezit nemen.”
Ze grepen hem dus vast, wierpen hem buiten de wijngaard en doodden hem.
Wanneer nu de heer van de wijngaard komt, wat zal hij met die wijnbouwers doen?”
Ze antwoordden hem: “Hij zal die slechteriken een slechte dood doen sterven en de wijngaard zal hij verhuren aan andere wijnbouwers
die hem de oogst wel zullen geven wanneer het daar de tijd voor is.”
Toen zei Jezus: “Herkennen jullie het Schriftwoord niet?
De steen door de bouwers afgekeurd, die steen is hoeksteen geworden.
Dat is het werk van de heer, een wonder is het in onze ogen. [Ps.118,22-23]
Daarom zeg ik jullie: Het koninkrijk van God zal van jullie weggenomen worden en gegeven aan een volk die er de oogst van voortbrengt.”

We zouden dit Evangelie kunnen lezen vanuit de kant van de onwillige wijnbouwers, met de – terechte – vraag wat ik er zelf zou van terecht brengen.
Maar dit keer frappeerde mij eigenlijk vooral de grote moeite van de ‘heer van de wijngaard’.
Van bij het begin is er al zijn grote zorg voor de nieuwe wijngaard: dit moet een goede plek worden, een plek die vruchten zal afwerpen … voor de wijnbouwers!
Hij neemt het risico – of je kunt beter zeggen: hij heeft er het vertrouwen in – die plek te doen beheren door wijnbouwers.
Zíj zullen er de eerste en de meeste vruchten van plukken – de wijngaardenier vraagt slechts zijn deel.
Die grote moeite loopt verder door in het zenden van zijn dienaars. Zelfs als het mis loopt met hen, blijft hij nieuwe zenden.
En opnieuw neemt hij ook een enorm risico: hij stuurt zijn zoon. Niet om hen te straffen, maar om hen lief te hebben!
Dit is het verhaal van G-d en zijn schepping … Zó vertrouwt hij ons ‘zijn wijngaard’ toe! Zó zorgzaam vraagt hij mij vrucht te dragen …