Verbonden Léven

Mt.13,18-23 (22/07/2022)

Jullie dus, luister naar de gelijkenis van de zaaier:
Bij ieder die het woord van het koningschap hoort, maar niet doorgronden, komt de slechte en rooft wat in zijn hart is gezaaid. Dat is de op de weg gezaaide.
De op de steenachtige grond gezaaide is wie het woord hoort en onmiddellijk vrolijk aanneemt, maar geen wortel heeft in zichzelf – het zijn mensen van het moment. Wanneer er verdrukking of vervolging komt omwille van het woord, struikelen ze onmiddellijk.
De tussen de dorens gezaaide is wie het woord hoort, maar door de zorgen van deze wereld en de begoocheling van de rijkdom het laten verstikken, waardoor het onvruchtbaar wordt.
De in goede aarde gezaaide is wie het woord horen en het doorgronden. Zij brengen vruchten voort, de één honderd, de ander zestig, nog een ander dertig.”

Jezus geeft hier zelf een duiding van zijn gelijkenis – uiteraard nuttig om naar te luisteren als wij ‘in het verlengde van G-d’ willen leven. In zekere zin gaat hij hier een tikje verder dan in de eerste versie (zie eergisteren). Wij zijn – in deze tweede versie – niet het zaad (dat zich door de één of de andere grond laat voeden of verdorren), maar wij zijn de gezaaide! Wij hebben het Woord al vernomen en zijn ‘uitgezaaid’ over de wereld om het daar te doen voortleven.
Nee, de concrete plekken waar wij zijn terecht gekomen zijn op zichzelf zeker niet altijd vruchtbare plaatsen. Maar dat is niet Jezus’ punt: er wordt immers wel degelijk ook gezaaid op die ogenschijnlijk onvruchtbare plaatsen! Zonder onderscheid wordt er op álle plaatsen gezaaid. Jezus’ punt hier is of ‘het zaad’ – ikzelf dus – zich laat doen door de ‘grond’ óf zich laat meenemen door de kracht van het Woord. Op welke ‘grond’ ik gezaaid ben, heb ik niet in de hand; of ik dáár ‘in het verlengde van G-d leef’ daarentegen …