Verbonden Léven

Lc.7,1-10 (13/09/2021)

Nadat hij al deze woorden voleindigd had ten aanhoren van het volk, ging hij Kafarnaüm binnen. Een zekere dienaar van de centurio daar [legeroverste over 100 man] was erg ziek en op het punt te sterven. Hij was hem zeer dierbaar.
Nu had hij gehoord over Jezus en zond de oudsten [presbyteros] van de Joden naar hem om hem te vragen zijn dienaar te komen bevrijden. Zij kwamen bij Jezus en verzochten hem met aandrang: “Hij is het waard dat je dit voor hem zou doen! Hij heeft ons volk daad-werkelijk lief en hij heeft zelf de plaats van samenkomst [synagoge] voor ons gebouwd.” Jezus ging met hen mee.
Toen hij niet ver meer van het huis af was, stuurde de centurio vrienden naar hem om te zeggen: “Heer, doe geen moeite, want ik ben te klein dat jij in mijn huis zou binnenkomen. Daarom heb ik me ook niet waardig geacht zelf naar jou toe te komen. Maar spreek een woord en mijn jongen [pais, kan een knecht of een zoon zijn] zal [moet wel] genezen. Want ook ik ben een mens aan wie volmacht werd gegeven. Ik heb soldaten onder mij en als ik tot de ene zeg ‘ga’, dan gaat hij, en tot een ander ‘kom’, dan komt hij, of tegen mijn dienaar ‘doe dit’, dan doet hij dat.”
Toen Jezus dit hoorde, verwonderde hij zich over hem. Hij keerde zich naar de menigte die volgde: “Ik zeg jullie: Zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot vertrouwen gevonden!”
Toen zij die uitgestuurd waren naar het huis terugkeerden, vonden ze de zieke dienaar gezond.

Denken we soms nog eens na over ‘gezag’? In onze tijd en cultuur mag het woord haast niet meer uitgesproken worden, of het zou zijn om te verdedigen dat ik wel het gezag over mezelf zal uitoefenen (en ondertussen stilletjes proberen een ander te beïnvloeden).
De (heidense!) centurio blijkbaar wél. En deels zal dat natuurlijk geweest zijn omdat hij er elke dag mee te maken had in zijn militaire job, maar het is duidelijk dat hij veel verder keek dan dat!
Misschien moeten wij wel eerst grondiger onze eigen ‘plaats’ onderzoeken en ten volle erkennen, eer wij kunnen zien wat Jezus’ plaats is in het G-ddelijk gebeuren!?
En misschien zouden wij dan daarin het vertrouwen vinden om ons leven in zijn handen te laten, en niet te denken dat wij het wel allemaal zelf kunnen maken.
Het past niet in onze tijd en cultuur te erkennen – laat staan uit te spreken – dat wij ‘klein’ zijn. Maar negeren wij daarmee gewoonweg niet de waarheid, en missen we daarmee net ook niet G-ds bevrijding?