Verbonden Léven

Lc.24,35-48 (14/04/2024)

35    En zij vertelden wat er onderweg was gebeurd
       en hoe hij zich had laten kennen in het breken van het brood.
36    Terwijl ze dit aan het vertellen waren,
       kwam hijzelf in hun midden
       en zei hun: “Vrede voor jullie!”
37    Ze schrokken erg en werden bang
       omdat ze dachten een geest te zien.
38    Hij zei hun: “Waarom zijn jullie zo verward
       en waarom bekruipt zo’n twijfel jullie hart?
39    Kijk naar mijn handen en mijn voeten: Ik ben het zelf!
       Voel aan mij en kijk.
       Een geest heeft toch geen vlees en beenderen
       zoals jullie zien dat ik wel heb?”
40    En dit zeggende, toonde hij hun zijn handen en voeten.
41    Omdat zij door de vreugde en de verwondering
       nog steeds het moeilijk konden vertrouwen,
       zei hij hun: “Hebben jullie hier iets te eten?”
42    Ze gaven hem een stuk gebakken vis (en honingkoek).
43    Hij nam het en at het voor hun ogen op.
44    Daarna zei hij tegen hen:
       “Dit zijn de woorden die ik tot jullie sprak
       toen we nog samen waren:
       dat het ‘moet’ dat vervuld wordt wat over mij geschreven staat
       in de wet van Mozes, de profeten en de psalmen.”
45    Toen opende hij wijd hun verstand
       om de Schriften te bevatten.
46    En hij zei tegen hen:
       “Zo staat het geschreven en zo ‘moet’ het:
       Dat de Gezalfde [Christos] zou lijden
       en opstaan uit de doden op de derde dag,
47    en dat er in zijn Naam
       ommekeer verkondigd zou worden
       tot vrijmaking van zonden [verwijdering]
       voor alle volken, te beginnen met Jeruzalem.
48    En jullie zijn hiervan de getuigen [martyres].

Lucas voert niet zoals Johannes de apostel Tomas op als zogenaamd prototype van de ongelovige, terwijl de rest het allemaal zo makkelijk wél zou geloven. Nee, voor Lucas hebben ze het allemaal even moeilijk met die Verrijzenis. Aan hen allemaal moet Jezus het ‘bewijs’ leveren dat hij het zelf is, en dat doet hij door de wonden in zijn handen en voeten te tonen. Dít is hijzelf! Tijdens zijn leven heeft hij ‘zijn handen vuil gemaakt’ aan de mensen, en daar is hij consequent mee doorgegaan in zijn dood.
Zijn Verrijzenis wordt tastbaar reëel waar dit gebaar verder gaat en zijn leerlingen het in zijn Naam ook verder aanwezig brengen in de wereld. Dit moet hun getuigenis worden – en ja, ze zullen er ook soms de fysieke dood moeten voor sterven (getuigen en martelaarschap zijn hier één: martyres). Wie het spoor van de G-ddelijke Liefde écht wil volgen, ‘moet’ onvermijdelijk ook bij het Lijden uitkomen. – In het Paasmysterie mogen wij echter óók erop vertrouwen dat het ons bij Verrijzenis brengt!