Verbonden Léven

Lc. 8,4-15 (23/09/2023)

     Mensen uit allerlei steden kwamen op hem af,
       zodat zich een grote menigte verzamelde.
       Hij vertelde hen een gelijkenis:
5      Een zaaier ging uit om te zaaien.
       Bij het zaaien viel een deel op de weg.
       Het werd vertrapt en de vogels aten het op.
     Een ander deel viel op rotsige grond.
       Toen het begon te groeien verdorde het
       omdat het onvoldoende water had.
7     Weer een ander deel viel tussen de dorens.
       Die groeiden mee op en verstikten het opkomende graan.
     Maar een deel viel in goede aarde
       en toen het volgroeid was
       bracht het buitengewoon veel vrucht voort.
       Hierna riep Jezus uit:
       “Wie oren heeft om te horen, laat hij luisteren!”
     Zijn leerlingen vroegen hem nu:
       “Wat bedoelt deze gelijkenis?”
10    Hij antwoordde:
       “Jullie, die leerling willen zijn,
       is het gegeven de verborgenheden
       van het koninkrijk van God te leren kennen.
       Tot de anderen spreek ik in gelijkenissen
       omdat zij ziende niet zien en horende niet verstaan.
11    Dit bedoelt nu deze gelijkenis:
       Het zaad is het woord van God.
12    Die langs de weg
       zijn zij die het horen.
       Maar dan komt de tweedrachtzaaier
       en neemt het woord weg uit hun hart,
       zodat ze niet tot innerlijk vertrouwen zouden komen
       en behoed worden.
13    Die op rotsige grond
       zijn zij die, wanneer zij het horen,
       het woord met vreugde ontvangen,
       maar geen wortel hebben.
       Voor een tijdje staan ze in dat vertrouwen,
       maar in een tijd van beproeving, nemen zij er afstand van.
14    Die tussen de dorens vallen
       zijn zij die het horen,
       maar gaandeweg verstrikt raken
       in de zorgen of de rijkdom en genietingen van het leven
       en daardoor niet voldragen raken.
15    Die in goede aarde vallen
       zijn zij die het woord horen
       en het behouden in een goed hart
       en daardoor duurzaam vrucht dragen.”

We worden de godganse dag overstelpt met beelden en woorden. Overal waar je komt, is er wel iets te zien én te horen. Het is lastig om in dat lawaai nog goed te luisteren, laat staan gericht te luisteren naar écht leven-gevende woorden. Alle rondgestrooide beelden en woorden proberen immers – elk op zijn manier – te vertellen wat we nodig hebben om gelukkig te zijn. Ze promoten van alles en nog wat ter bevordering van ons persoonlijk geluk(?). Maar is dit alles wel zo zaligmakend, laat staan vruchtbaar en leven-gevend?
De vraag is dus: Waarop richten wij ons oor? Waarop richten we onze volle aandacht?
Is het de tweedrachtzaaier die alle aandacht krijgt en in ons onrust zaait, of durven we – ook wanneer het lastig wordt – consequent blijven luisteren en leven naar G-ds woord?
Krijgen de beelden van rijkdom, bezit en genot het voor het zeggen of proberen we de goede grond in ons te cultiveren, zodat onze oren zich kunnen richten op wat duurzaam is en hopelijk mag dat in ons tot bloei komen en vrucht dragen.