Verbonden Léven

Lc.6,20-26 (13/09/2023)

20    Hij keek op naar zijn leerlingen en zei:
       “Gezegend wie leeft in [de geest van] armoede [Gr.: ptoochoi = Hebr.: anawim, de
       levenshouding om in armoede en nederigheid het leven in Gods hand te leggen],
       ja, van jullie is het koningschap van God.
21    Gezegend wie nu hongeren,
       ja, jullie zullen verzadigd worden.
       Gezegend wie nu weeklagen,
       ja, jullie zullen lachen.
22    Gezegend zijn jullie als de mensen je haten,
       je buitensluiten, je smaden
       en je naam verwerpen als iets slechts,
       omwille van de mensenzoon.
23    Op die dag: spring op van vreugde!
       Want kijk: groot is jullie loon in de hemel,
       want hetzelfde deden hun voorvaderen met de profeten.
24    Maar wee jullie rijken,
       ja, je vertroosting heb je al.
25    Wee jullie die voldaan zijn,
       ja, jullie zullen hongeren.
       Wee jullie die nu lachen,
       ja, jullie zullen treuren en weeklagen.
26    Wee jullie als de mensen jullie mooipraten,
       want hetzelfde deden hun voorvaderen met de valse profeten.

Op deze 13de september krijgen we geen ongeluksnieuws te horen. Integendeel! We worden gezegend – zij het dan toch wel van de ‘jezuaans’ tegendraadse soort. We krijgen vandaag de ‘zaligsprekingen’ in de versie van Lucas voorgeschoteld. (Altijd eens interessant om ze naast die van Matteüs te leggen: Mt.5,1-12.)
Jezus prijst uiteraard niet de armoede op zich, maar de ‘geest van armoede’, dat is de levenshouding om in ontvankelijkheid en nederigheid te erkennen dat wij alles uit G-ds hand krijgen en dus niet te hoog moeten oplopen met onze eigen prestaties en ego.
Toch betekent dat niet dat het helemaal niet over letterlijke armoede zou gaan.
Ook in de volgende ‘zaligsprekingen’ gaat het duidelijk ook over de heel concrete en tastbare dingen. Niet voor niets hebben christenen de tijden door de expliciete keuze gemaakt voor een soberder leven, een leven waarin materiële armoede, vasten en het lijden niet uit de weg worden gegaan. Deze ‘zegeningen’ ernstig nemen – dus ook ‘letterlijk’ – bleek hen te voeren naar diezelfde zegeningen in de diepte.
Tegendraads … dat kun je wel zeggen. Zal ik mij door Jezus laten zegenen?