Verbonden Léven

Joh. 6,16-21 (22/04/2023)

16     Toen het avond werd,
     daalden zijn leerlingen af naar het meer,
17     klommen in de boot
     en voerden naar de overzijde, naar Kafarnaüm.
     Ondertussen was het donker geworden
     en Jezus was nog niet bij hen.
18     Er stak een hevige wind op
     die op het meer hoge golven maakte.
19     Toen ze zo vijfentwintig of dertig stadiën [= ca. 5 km] ver waren geraakt,
     zagen ze Jezus wandelen op het meer
     en naar de boot toe komen.
     Ze werden bang.
20     Maar hij zei hen:
     “Ik ben het. Wees niet bang!”
21     Ze wilden hem dan in de boot nemen,
     maar onmiddellijk was de boot aan land,
     daar waar zij heen gingen.

Het leven kabbelt verder, alles gaat z’n gangetje. Even lijkt het of Jezus/G-d er niet is, tot nader orde afwezig. Geen nood, we kunnen het wel alleen aan. We moeten tenslotte toch zelf ons eigen leven maken … of niet? Tot plots – om wat voor reden ook – onrust, angst en onzekerheid het leven dreigen over te nemen. Als we dan, tussen de wind en de golven door, Jezus/G-d toch in beeld krijgen en horen zeggen: “Wees niet bang! Ik ben het.” , is dat een hele geruststelling. Het hangt niet van ons af. Het initiatief vertrekt bij hem. Hij was afwezig en toch laat hij zijn leerlingen niet alleen. Het besef dat hij als ‘afwezige Aanwezige’ op ons betrokken blijft, is geruststellend.
Niet alleen na de storm, maar juist IN de storm, ín de onrust, te midden van de onzekerheid, is er het antwoord van een nabije, aanwezige G-d … en dat besef brengt ons haast ongemerkt aan de overkant.