Verbonden Léven

Joh. 20,2-8 (27/12/2022)

Ze liep dus snel naar Simon Petrus en ‘de andere leerling’ – degene die Jezus erg genegen was – en zei hen: “Men heeft de heer uit het graf weggenomen en we weten niet waar ze hem hebben gebracht!”
Petrus en ‘de andere leerling’ gingen dus mee naar buiten, naar het graf. De twee liepen samen, maar ‘de andere leerling’ liep wat sneller vooruit dan Petrus en kwam zo als eerste bij het graf. Voorover bukkend, zag hij de linnen doeken liggen, maar ging niet naar binnen.
Nu kwam ook Simon Petrus gevolgd en ging wel binnen in het graf. En hij aanschouwde de linnen doeken die daar lagen. De zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt, lag niet bij de doeken, maar afzonderlijk opgevouwen op één plaats.
Nu ging ook ‘de andere leerling’, die als eerste bij het graf was, naar binnen. Hij zag en vertrouwde.

Alweer zo’n verrassend Evangelie: twee dagen na Kerstdag een verrijzenisverhaal! Gisteren haalden we al aan hoezeer het Kerst- en Paasgebeuren met elkaar samenhangen, maar hier wordt er op nog iets anders gewezen. ‘De andere leerling’ – men is er altijd van uit gegaan dat dat de leerling Johannes was, die dan dezelfde zou zijn als de evangelist Johannes – vertoont hier een houding die verrassenderwijze heel dicht bij die van de herders ligt!
Om het Kerst- (of Paas-)gebeuren te peilen, moet je vooruit durven lopen op zeggen van anderen (engelen of vrouwen), die een op zich onbegrijpelijke, maar wel vreugdevolle boodschap brengen. Om het Kerst- (of Paas-)gebeuren te peilen, moet je “zien en vertrouwen” (= geloven) wat niet te zien is! Dat die baby de Messias is, is niet ‘te zien’; dat de Heer verrezen is, is niet ‘te zien!
Kerstdag wordt pas Kerstdag
(Pasen wordt pas Pasen)
als wij “zien en vertrouwen” …