Verbonden Léven

Joh.6,60-69 (24/4/2021)

In die tijd zeiden velen van zijn leerlingen: 'Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?' Maar Jezus die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hen: 'Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was...? Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u die geen geloof hebben.'
Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zou overleveren. Hij voegde er aan toe: 'Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.' Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: 'Wilt ook gij soms weggaan?' Simon Petrus antwoordde Hem: 'Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de heilige Gods zijt.'

Jezus’ leerlingen ergeren zich! Het is dan ook niet evident wat hij zegt en vraagt. Er zal een fundamentele keuze gemaakt moeten worden: reageren als een ‘eisende, veroordelende en overheersende’ mens of, in zijn geest, reageren als een ‘dankbare, zich-gevende en dienstbare’ mens. Geloof wordt immers pas écht leven-gevend als het je van binnenuit verandert, door het eten van het brood. Jezus zegt het heel duidelijk: neen, ik ‘geef’ geen brood, maar ik ‘bén’ het brood dat gegeten moet worden. Omdat bij hem alleen maar waarheid – die leven is – te vinden is in het geven van jezelf, daarom ergeren zij zich. Daarom ook vertrekt de een na de ander. Gelukkig zijn er ook enkelen gebleven en kozen zij bewust voor die fundamentele verandering van leven. Dank zij hen gaat zijn verhaal door, ook nu nog. En wil het blijven door gaan, dan zullen ook wij een eerlijk antwoord moeten geven op diezelfde fundamentele vraag: “Wil ook jij weggaan?”