Verbonden Léven

Lc.6,27-38 (20/02/2022)
 
Maar tegen jullie zeg ik: 
“Heb je vijanden daad-werkelijk lief. 
Doe goed aan wie jou haat.
Zegen wie jou vervloekt.
Bid voor wie jou smalend behandelt.
Aan wie jou op de wang slaat,
hou hem ook je andere wang voor.
Aan wie jouw mantel afneemt,
weiger hem niet je hemd.
Aan ieder die vraagt: geef,
en van wie iets van jou wegneemt: vraag niet terug.
Zoals je wil dat de mensen aan jou doen,
doe dat zó aan hen!
Als je [enkel] liefhebt wie jou liefhebben,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars hebben lief wie hen liefhebben.
Als je enkel goed doet aan wie jou goed doen,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars doen hetzelfde.
Als je enkel uitleent aan hen van wie je hoopt terug te krijgen,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars lenen aan zondaars
om hetzelfde terug te krijgen.
Nee, daarentegen!
Heb je vijanden daad-werkelijk lief.
Doe goed en leen uit, 
zonder iets terug te verwachten.
Dan zal je loon groot zijn
en zijn jullie kinderen van de Allerhoogste!
Want hij doet ook goed [chrèstos = goed, mild, teder, genadevol (cf. Hebr. chesed)]
voor de ondankbaren en verdwaasden.
Word mede-lijdend
zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
Oordeel niet
en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet
en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij
en je zult vrijgesproken worden.
Geef
en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten,
zul je ook gemeten worden.”
Mag het ietsje meer zijn? Maar, wat is dat ietsje meer dan? Daarover gaat het vandaag! We worden uitgedaagd om elkaar – ietsje meer – lief te hebben. Deze solidaire liefde wordt niet bepaald door het feit of je mekaar lief vindt, of sympathiek. In deze liefde (bij dat ietsje meer) gaat het juist om diegenen die je niet graag ziet, hen die je niet direct sympathiek vindt, hen die niet lief zijn voor jou. Het gaat om de keuze om elkaar (vriend en niet-vriend) in verbondenheid vrij te maken – om elkaar niet te onderdrukken, niet te verarmen, niet te kwetsen. Dit betekent elkaar (vriend en niet-vriend) recht doen omdat mensen voor G-d allen even ‘lievenswaard’ zijn.  En dát – ietsje meer – zal hét verschil maken en ruimte creëren voor G-d.
Solidaire liefde krijgt immers pas zin doorheen onze relatie met G-d en krijgt maar betekenis als dit zijn weerslag heeft op de relatie tussen mens en mens.  Hier, met de voeten in de aarde, moet solidariteit gevierd en geleefd worden, anders leeft het niet.