Verbonden Léven

Lc.18,1-8 (13/11/2021)

Hij vertelde hen nog een gelijkenis, met het oog op dat het nodig is te blijven bidden en te volharden:
“In een stad was er een rechter die de vrees voor God en de bekommernis om mensen
niet kende. Nu was er in die stad een weduwe die telkens opnieuw naar hem toekwam: “Doe mij recht ten opzichte van mijn tegenpartij.” Een tijdlang wilde hij niet, maar op den duur zei hij tegen zichzelf: “Ook al ken ik niet de vrees voor God en de bekommernis om mensen, maar omdat die weduwe mij zo last berokkent, zal ik haar recht doen, anders komt ze mij nog in mijn gezicht slaan.”
Nu zei de Heer: “Hoor wat deze ongerechte rechter zegt! Zal God dan geen recht doen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen en lankmoedig naar hen luisteren? Ik zeg jullie: Met haast zal hij hen recht doen! Maar als de mensenzoon zal komen, zal hij dan wel vertrouwen vinden op aarde?”

Jezus begint met de oproep om te blijven bidden en het nooit op te geven. Doorheen de parabel wordt duidelijk wat hij daarmee bedoelt. Je moet durven roepen, blijven roepen, tot je gerechtigheid ondervindt. Je moet nooit ophouden je stem te laten horen. Roepen (of bidden – dat is hetzelfde) geeft kracht om vol te houden, om het bij G-d te houden, om het uit te houden. Je moet blijven opkomen voor recht – net zoals de weduwe – zodanig dat de rechter schrik krijgt. Indien nu een goddeloze rechter zich reeds laat vermurwen, hoeveel temeer dan niet G-d? Maar, zo vraagt Jezus zich af, zullen er gelovigen zijn, die zoals de weduwe dag en nacht tot G-d blijven roepen? Mensen die niet vroom wat woorden prevelen, maar bidden vanuit het besef dat ze niet kunnen Léven zonder in relatie te blijven met de Onderstroom van het leven, met een G-d die dat leven bepaalt en schenkt. Mensen die bidden niet af en toe even om hun relatie met God op te frissen maar als een manier van ademen en Léven in verbondenheid.