Verbonden Léven

Joh. 3,7b-15 (21/4/2020)

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: 'Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: gij moet opnieuw geboren worden.
De wind blaast waarheen hij wil: gij hoort wel zijn gesuis maar weet niet waar hij vandaan komt, en waar hij heengaat;
zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.' Nikodemus gaf hem ten antwoord: 'Hoe kan dat geschieden?'
Daarop zei Jezus weer: 'Gij zijt een leraar van Israël en weet dat niet eens? Voorwaar, voorwaar, ik zeg u:
wij spreken over wat wij weten, en wij getuigen van wat wij gezien hebben maar onze getuigenis aanvaardt gij niet.
Wanneer ge zelfs niet gelooft als ik u spreek over dingen die op aarde reeds bekend zijn, hoe zult ge dan geloven
als ik u spreek over dingen die nog in de hemel verborgen zijn? Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen,
tenzij hij die uit de hemel is neergedaald, de Mensenzoon. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven,
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben.'

En het gesprek gaat voort. Als Jezus echter op een diepere laag begint, aarzelt Nikodemus. Hij is niet helemaal mee wanneer er gesproken wordt over het hemelse.
Hij zelf spreekt over het aardse en ook daarin lukt het hem op dit moment nog niet om Jezus te geloven. Toch blijft hij zoeken, wil hij gelovig op weg gaan.
Dan wordt hij aangesproken op zijn rabbi – leraar – zijn. Jezus wil hem ook hierin graag een stapje verder mee op weg nemen.
Een stap voorbij de boekenwijsheid want deze blokkeert zijn openheid voor de Ruach. Kan hij het aan om opnieuw leerling te worden?
Lukt het hem om te luisteren naar het waaien van de Geest.
Niet zo éénvoudig, ook niet voor ons, zeker niet in deze toch wel bizarre tijden. Niet éénvoudig om die nieuwe wind toe te laten.
Een wind die ons leidt naar een nieuwe manier van zijn, naar verbonden Léven.
Als toemaatje een tekst van H. Oosterhuis

Je moet bidden om wat je bent.
Je bent al wat je nog moet worden.
En wat je bent, dat heb je niet,
heb je niet in je macht.
Dat is niet van jou,
dat moet je gegeven worden.
Je moet dus telkens weer,
in jezelf geboren worden.
‘Kom Geest’ is bidden
om die nieuwe geboorte.