Verbonden Léven

Psalmen4

Psalm 25

Kunstwerk als verwerking van de Psalm gemaakt door Elly Mondelaers

Psalm 25

Mijn God, heel mijn wezen gaat naar Jou úit!
Ik vertrouw – laat mij niet verblèken.
Nooit zullen zij verbleken wie hopen op Jòu;
verbleken zal wie achteloos óntrouw is.

Maak mij bekend met jouw wegen, Héer,
leer mij jouw paden te gàan;
leer mij en leid mij in jouw wàarheid,
want Jij bent redding; ik hoop op Jou elke dág.

Her-inner Je jouw barmhártigheid, God;
jouw liefde is toch tot altìjd?
Denk niet aan toen ik mij verwìjderde van Jou,
maar her-inner Je jouw liefde en góedheid.

Goed en rechtvaardig ben Jíj,
daarom wijs Jij wie dwalen de wèg.
Nederigen leer Jij jouw wèg,
Je leidt hen in geréchtigheid.

Al jouw paden zijn liefde, waarheid en tróuw
voor wie de wijzing van jouw verbond bewàren.
Omwille van jouw Naam dan, mijn Gòd,
vergeef mijn verwijdering, hoe verre óok.

Wie heeft ontzag voor Jóu?
Jij zult hem leren de weg die Jij kìest.
Zijn wezen verblijft in Jou dag en nàcht;
zijn navolgers zullen het land bezítten.

Intiem ga Jij om met wie Jou vréest
om hen te doordringen van jouw verbònd.
Ik richt mijn ogen altijd naar Jou, mijn Gòd;
Jij maakt mij vríj!

Keer Je dan tot mij en wees mij genádig,
want eenzaam ben ik en ellèndig.
Mijn hart is benauwd – geef mij rùimte;
bevrijd mij van wat beknélt.

Zie mijn ellende, mijn zwoegen, mijn verwíjdering;
zie mijn weerstrevers met hun dodelijke hàat.
Bewaar mijn wezen. Rèd mij!
Ik zal niet verbleken, want ik schuil bij Jóu.

Integriteit en oprechtheid beschérmen mij;
ja, op Jou, mijn God, stel ik mijn hòop.
Van al zijn benàuwdheden,
verlos dan ook jouw vólk, God.

 

 

(Gezongen door zusters van de St.-Trudoabdij, met citerbegeleiding)

 

Psalm 25 – aanzet

Zoals de titel reeds laat doorschemeren, wordt het deze keer een Psalm die doet bloeien en doet blozen. Ik voel met net een puber 😊 die verliefd is en niets liever wil dan samen zijn, omgevormd worden. Eentje die zich stilaan bewust wordt van z’n kleine kantjes en blijkbaar mogen die er nog zijn ook. Het is een groeiweg doorheen mijn leven, van verliefde puber naar een meer doorwinterde liefde (eentje die tegen een stootje kan). Deze Psalm ademt voor mij het vertrouwen uit dat onze G-d een trouwe G-d is, die met mij begaan is en het zich aantrekt wat er met mij gebeurt.

Van bij het begin wordt de toon gezet: Ik lang naar Jou! Het centrum van mijn leven is niet langer ‘ik’ maar ‘Jij’ (alle voorzetels laten het voelen .. naar Jou – op Jou – met Jou – in jouw - …). De beweging van deze Psalm is volledig gericht op G-d. Deze bewogenheid drukt zich drievoudig uit in:

  • Verwachting: leven vanuit de verwachting (het vertrouwen) dat G-d je niet aan je lot overlaat, dat hij zijn wegen bekend zal maken aan jou. Hij zal op een of andere manier laten voelen wat je te doen staat (ook al zie je het meestal zelf niet). Je mag er ook op vertrouwen dat G-d je vrij maakt! Vrij van al wat jou bekneld, van dat wat de liefde nog in de weg zit.
    Zalig om te weten dat G-d met mij bezig is en blijft. Hij is een trouwe G-d en ik een iets minder trouwe vriend … maar daar hoef ik me niet voor te schamen (ik mag blozen 😊).
  • Er beweegt iets in de bidder: Ik hoef mijn leven niet zelf uit te vinden, G-d mag het overnemen. De psalmist vraagt dat er in hem verandering teweeg gebracht wordt door G-d, zodat hij zich kan en durft te laten leiden door G-d en G-d wil niets liever dan met mensen aan de slag te gaan, ze meenemen in zijn Liefde en laten doordringen tot in de kern van zijn verbond.
  • Er is de hoop op beweging bij G-d: De psalmist herinnert G-d aan zijn wezenskenmerken hoort, nl. relatie, liefde en goedheid. Hij vraagt dat G-d zich niet zou blind staren op al de misstappen die er gezet zijn, maar dat hij zich wil keren naar de psalmist, dat hij hem ruimte geeft en ziet hoe hard hij zwoegt, om de verwijderingen ongedaan te maken.

Tussendoor zingt onze psalmist ook nog uit hoe goed G-d wel is. Hij is goed en rechtvaardig zodat elkeen mag dwalen en de kans krijgt om opnieuw te beginnen. Het is G-d die naar ons toekomt en ons uitnodigt om mee te gaan in zijn scheppende beweging van ‘ik die ben’ en deze beweging handen en voeten te geven onder elkaar.

En dan komt de vraag: Wie heeft ontzag voor Jou? Waaraan kan je iemand herkennen die tot in zijn wezen geraakt is door G-d?
Het is de mens die met heel zijn wezen, consequent en radicaal (tot in de wortel) kiest voor de weg die G-d wijst. Het zijn mensen die de weg kiezen van ‘ik die ben’. Je herkent ze omdat ze in al wat ze doen of zeggen, zich bewegen in G-d en laten leiden door G-d. Wijze, milde mensen zijn het, die de liefde die ze in zich ervaren naar buiten toe laten uitstralen en de ander zo doen openbloeien.

Een herkenbare Psalm voor mij: We zoeken immers allemaal hoe te leven en hoe samen te leven zodat het leven, Léven mag worden voor iedere mens. En toch loopt het voortdurend mis tussen mensen, tussen ouders en kinderen, tussen gehuwden, tussen vrienden of collega’s op ’t werk. De weg terug naar elkaar is vaak ontzaglijk moeilijk. Maar soms worden zulke wegen ook echt gebaand: een gesprek, samen terugkijken, evaluaties, … dan komt voor mij Psalm 25 tot leven. Er ontstaat een weg waardoor er een gezamenlijk verder is, waardoor we tegen elkaar kunnen zeggen: ‘omwille van de uitnodigende kracht van het leven, omwille van ‘Hij die is’, … sorry … wil mij vergeven. Dit mag ik ervaren tussen mij en mijn mede-mensen, maar ook tussen mij en G-d. Ook daar is die weerkerende beweging van verlangen en verwijderen, zien en niet-zien aanwezig … om uiteindelijk te durven vertrouwen het is go(e)d!

Een persoonlijke toets, maar ook eentje voor onze samen-leving. Dit wordt in de Psalm pas helemaal op het einde duidelijk, nl. in de laatste twee zinnen. Je zou helemaal opnieuw kunnen beginnen, maar nu met het oog op de samenleving. Hoe zou onze samenleving eruit zien, moest ik het aandurven om heel oprecht samen met anderen te kijken of wij nog op G-ds weg lopen – of ontspoord zijn? Wat als we samen zouden durven kijken waar en wanneer we de weg kwijt zijn geraakt, door onze kleinmenselijke ikkigheid en de ander en de aarde uit het oog verloren zijn? Zou het niet fijn zijn om als gemeenschap af en toe een keertje samen te komen en ons af te vragen: waar zetten we elkaar klem? Waar zijn we de oorzaak dat het ontspoort en waar zijn we de weg kwijt geraakt? Is het misschien mogelijk de weg van ‘ik die ben’ te hervinden?

Psalm 25 is hiertoe voor mij een aanzet? Daarom wil ik deze Psalm heel bewust bidden de ganse maand lang (en hopelijk ook nog veel langer ook). Ze geeft mij als persoon (maar ook ons als samenleving) het voedsel om tot bloei te komen, te groeien en daarbij ook het vertrouwen dat het ondertussen ook mis mag lopen, dat verwijdering ook om kan keren. Geen nood dus zolang ik het maar besef en durf te blozen, zodat G-d in mij de ruimte krijgt om mij – van binnenuit – om te keren.