Verbonden Léven

Mt.5,43-48 (12/ 03/2022)

Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben en je vijand haten. [Lev.19,18]
Ik echter zeg jullie: Heb je vijanden daad-werkelijk lief, zegen wie jou vervloekt, doe goed aan wie jou haat en bid voor wie jou vervolgt. Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft, wat is dan je verdienste? Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde? En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede], wat doe je dan extra? Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
Wees dus volkomen integer zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.

Als we alleen lief zijn voor wie lief zijn voor ons … Wat voor bijzonders doen we dan?
Het is even simpel als uitermate verregaand!
Maar Jezus had het goed gezien: dat wederzijdse liefhebben is heel mooi, maar ligt eigenlijk in onze menselijke natuur. Als wij ook willen beleven dat wij tegelijk van goddelijke oorsprong zijn – wij zijn toch geschapen naar G-ds beeld en gelijkenis?! – dan moeten we vérder gaan.
Het is zónder hoge dunk, maar wél als hoge opdracht gezegd: Christenen die in de middenmoot van de liefde blijven zonder daar bovenuit te stijgen, moeten misschien nog beginnen Christen te zijn!
Gelukkig – want wie zou dáár ten volle aan toe komen? – weten wij dat G-d “lang van geduld en mild van genade is” (Ps.103,8) en dat Jezus zijn boodschap ‘op de groei’ voorzag, maar toegroeien naar een volkomen integriteit betekent dus ook toegroeien naar een steeds bredere inclusiviteit, die tegelijk zal blijken verdiepend te zijn. Hoe ruimer ik de werkelijk ánderen leer liefhebben, hoe dichter ik bij dé Andere kom …