Verbonden Léven

Mt.15,1-2.10-14 (03/08/2021)

Vanuit Jeruzalem kwamen nu schriftgeleerden en farizeeën naar Jezus en vroegen: “Waarom overtreden jouw leerlingen de traditie van de oudsten? [presbyteroi] Zij wassen immers niet hun handen wanneer zij het brood eten.”
Hij riep nu de menigte bij zich en zei hen: “Luister, en kom tot begrip. Niet wat binnengaat in de mond ontwijdt de mens, [maakt hem ‘ordinair’] maar wat uit zijn mond naar buiten komt, ontwijdt de mens.”
Toen zijn leerlingen bij hem kwamen, zeiden ze hem: “Weet je dat de farizeeën die je woorden hoorden er aanstoot aan namen?” [zich geschandaliseerd voelden] Hij antwoordde hierop: “Elke plant die niet geplant werd door mijn hemelse Vader, zal uitgerukt worden. Laat hen dus! Het zijn blinden die de weg wijzen aan blinden. Als nu de ene blinde de weg wijst aan de andere, zullen beide in een kuil vallen.”

Wat is ‘rein’? Wat is ‘onrein’? Wij gebruiken die termen niet meer zo, en denken dan misschien ten onrechte dat dit een kwestie is die alleen een dispuut is uit de tijd van Jezus.
Bij de vraag: Wat ontwijdt de mens?, komen we misschien al een beetje dichterbij. Nog duidelijker wordt het als je nog letterlijker vertaalt: Wat maakt hem ‘gewoon’ (maar dan in de heel negatieve betekenis: plat, gemeen, ‘ordinair’). Of – in de termen zoals wij ze hier in deze commentaren meer dan eens tegenkomen: Wat richt mij ‘op de aarde/het aardse’, of wat richt mij op G-d?
En dan wordt het duidelijk dat wat ik eet, daar niet toe doet! Wat ik spreek daarentegen …
En ook hoe ik mijn oog helder hou. Want hoe kan ik anders met mensen op weg richting G-d als ik zelf (ver)blind geraakt ben …?