Verbonden Léven

Mt.13,47-53 (29/7/2021)

“En opnieuw.
Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
een sleepnet dat neergelaten wordt in het meer
en allerlei soorten [vissen] bijeenbrengt.
Als het vol is, trekt men het op de oever,
men gaat zitten en verzamelt de goede [vissen] in kuipen,
de slechte werpen ze weg.
Zo zal het zijn bij de voleinding van de tijden. De engelen zullen er op uittrekken en zij zullen de slechten [verdwaasden] van de rechtvaardigen [integeren] scheiden en hen in de vuuroven werpen. Daar zal er geween en tandengeknars zijn.”
Jezus vroeg hen nu: “Hebben jullie dit alles begrepen?” “Ja”, antwoorden zij. Nu zei hij: “Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling is geworden in het koningschap der hemelen op een huisvader die uit zijn schat oud en nieuw voortbrengt.”
Toen Jezus deze gelijkenissen had beëindigd, vertrok hij van daar [Kafarnaüm].

Veel van deze ‘verhaaltjes’ heeft Jezus verteld in Kafarnaüm, waar hij als volwassen man woonde. Het stadje had in die regio enig belang omdat het aan het meer lag. Veel van de arbeid die daar gebeurde had met het vissen te maken.
Als Jezus dus zijn verhalen vertelt aan het meer, heeft dat niets van doen met wat wij misschien ‘een idyllisch uitstapje naar zee met wat diepzinnige gedachten’ zouden noemen! Langs dat meer bevond hij zich op ‘de werkvoer’, tussen mensen die aan het – soms zware – werk waren! De beelden die Jezus gebruikt om over ‘het koningschap der hemelen’ te spreken, zijn meestal ook ontleend aan dat alledaagse leven.
Wij hebben Jezus helaas niet meer rechtstreeks bij ons, maar de vraag kan dezelfde blijven: Wat zie ik in mijn alledaagse omgeving rond mij gebeuren dat mij vertelt over ‘het koningschap der hemelen’. We hoeven het echt niet ver te zoeken. De schat ligt in onze alledaagse handen! Zullen wij uit het oude het nieuwe voortbrengen?