Verbonden Léven

Mt.13,18-23 (23/7/2021)

Jullie dus, luister naar de gelijkenis van de zaaier:
Bij ieder die het woord van het koningschap hoort, maar niet doorgrondt, komt de slechte en rooft wat in zijn hart is gezaaid. Dat is de op de weg gezaaide.
De op de steenachtige grond gezaaide is wie het woord hoort en onmiddellijk vrolijk aanneemt, maar geen wortel heeft in zichzelf – het zijn mensen van het moment. Wanneer er verdrukking of vervolging komt omwille van het woord, struikelen ze onmiddellijk.
De tussen de dorens gezaaide is wie het woord hoort, maar door de zorgen van deze wereld en de begoocheling van de rijkdom het laten verstikken, waardoor het onvruchtbaar wordt.
De in goede aarde gezaaide is wie het woord horen en het doorgronden. Zij brengen vruchten voort, de één honderd, de ander zestig, nog een ander dertig.”

Hier zit ik dan te staren op deze ‘uitleg’. Bij welke categorie zou ik mezelf indelen? Als ik daarover ga piekeren kom ik nergens. Geen van de vier past bij wie ik ben (of denk te zijn).
- ik hoor veel maar begrijpen doe ik veel minder
- mijn wortels zitten niet zo diep verankerd als ik wel zou willen
- zorgen zijn mij niet vreemd en de wereldse rijkdom ook niet
- zeggen dat ik al wat ik hoor ook begrijp zou een leugen zijn
Conclusie: Ik hoor nergens thuis!
Of zouden ze alle vier in mij aanwezig mogen zijn?
Het enige wat ik kan doen is hopen dat het lez(v)en van het Woord en al mijn geploeter ermee, misschien helpt om
- stap voor stap beter te begrijpen wat ik hoor
- de tijd te nemen om mijn wortels dieper en dieper te laten wortelen
- los te laten dat wat mij vast zet en onvrij maakt om te kunnen luisteren en begrijpen.
Gelukkig weet ik dat G-d een geduldige G-d is en weet heeft van mijn probeersels.
Mijn mens-zijn – hoe gebrekkig ook – heeft Hij lief en zo mag ik vrucht dragen.