Verbonden Léven

Mt.7,7-12 (25/2/2021)

Blijf vragen en er zal je worden gegeven,
blijf zoeken en je zal vinden,
blijf kloppen en er zal je worden open gedaan.
Want al wie vraagt, ontvangt,
al wie zoekt, vindt,
en voor al wie klopt, wordt open gedaan.
Wie van jullie, mensen, zal, als zijn kind om brood vraagt, hem een steen geven,
of als het een vis vraagt, een slang?
Als jullie dus, terwijl je slecht bent, goede gaven geven aan jullie kinderen,
hoeveel te meer dan zal jullie Vader in de hemelen het goede geven aan wie het hem vraagt.
Dus alles wat je zou willen dat mensen voor jou doen, doe dat voor hen.
Dat is wet en profeten!

 Ik word de laatste maanden vaak getroffen door de devotie van eenvoudige mensen.
Mensen die in de kerk een kaarsje komen branden en even stilstaan en prevelen.
In al hun onmacht en eenzaamheid blijven ze aankloppen in de hoop Iemand te vinden
die luistert en hen in al hun onmacht nabij wil blijven.
En G-d hij lijkt te zwijgen – ik hoor hem toch zelden. Machteloos kijkt hij toe – aan hun situatie veranderd er niets.
En toch blijven zij vragen, zoeken en kloppen. Hebben zij weet van een trouwe, nabije G-d?
Op die momenten voel ik tot in mijn ingewanden (tot in het diepst van mijn wezen) dat daar, doorheen die eenvoudige gebaren en woorden,
iets gebeurt dat van een andere orde is dan onze menselijke wetmatigheden.
Die mensen maken mij duidelijk dat dit alles te maken heeft met vertrouwen en zich toe-vertrouwen aan,
met in relatie gaan en je verbinden aan die liefdevolle Ander.
Hij/Zij blijft je telkens weer (tot in het oneindige) trouw nabij, stuurt je niet weg maar luistert.
Bij hem wil ook ik blijven aankloppen, wetende dat er zal worden opengedaan.