Verbonden Léven

Mt. 22,1-14 (11/10/2020)

Daarop vertelde Jezus [de afgezanten van de Joodse oversten] opnieuw een gelijkenis:
“Het koninkrijk der hemelen is als een koning die een bruiloftsfeest houdt voor zijn zoon.
Hij zond zijn dienaren om de genodigden op te roepen voor het feest, maar zij wilden niet komen.
Opnieuw zond hij andere dienaren, met de woorden: “Zeg tot de genodigden: Mijn maaltijd is bereid,
mijn ossen en mestvee zijn geslacht, alles is bereid. Kom toch naar het bruiloftsfeest!”
Maar zij trokken er zich niets van aan en gingen weg, de een naar zijn akker, een ander naar zijn handel.
Nog anderen grepen de dienaren vast en mishandelden en doodde hen.
Toen de koning dit hoorde, ontstak hij in woede. Hij stuurde zijn troepen om die moordenaars om te brengen en hun stad in brand te steken.
Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Het bruiloftsfeest was wel bereid, maar de genodigden zijn het niet waard geweest [waren niet bereid].
Ga naar de wegen die uitmonden buiten de stad en nodig al wie je daar zult vinden uit voor het bruiloftsfeest!”
De dienaren trokken nu naar die buitenwegen en verzamelden allen die ze er vonden, slechten zowel als goeden,
en de bruiloftszaal liep vol met tafelgenoten.
Nu kwam de koning binnen om de gasten te begroeten. Hij zag een man die niet gekleed was voor een bruiloftsfeest en vroeg hem:
“Waarom ben je hier binnengekomen als je niet gekleed bent voor het feest?” Hij verstomde … Daarop zei de koning tegen zijn dienaren:
“Aan handen en voeten gebonden neem je hem mee en werp je hem eruit, in de buitenste duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.”
Want velen zijn uitgenodigd, maar weinigen behouden.”

Een feest, daar ben ik wel voor te vinden. Samen vieren, schept immers verbondenheid. Geweldig toch om uitgenodigd te worden voor een huwelijk.
Het feest bij uitstek waar de liefde gevierd wordt.
Maar ben ik ook nog zó enthousiast als ik uitgenodigd word om de liefdesrelatie met G-d te vieren? Wil ik daar tijd voor vrij maken? Tijd om G-ds liefde te vieren?
Of verzin ik, net als zovele genodigde, snel een excuus om eraan te ontkomen (redenen genoeg)? Hou ik me liever bezig met m’n eigen kleine leventje?
Dan loop ík alvast niet het risico om uit mijn veilige (?) cocon weg getrokken te worden. Dan hoef ik het kleed van de a/Ander niet aan te trekken.
Nochtans weet ik maar al te goed dat deze ik-gerichtheid me doet verstommen en ervoor zorgt dat ik het gesprek met de a/Ander niet zal aangaan.
G-d echter blijft die relationele G-d, die met mij een persoonlijke relatie wil aangaan, gewoon, om wie ik ben (goed en slecht).
Hij kan perfect zonder die relatie met mij maar toch wil hij het, roept hij mij.
Wat houdt mij nog tegen om daar op in te gaan?