Verbonden Léven

Mt.7,6.12-14 (23/06/2020)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Geeft het heilige niet aan de honden en werpt je paarlen niet voor de zwijnen,
opdat zij ze niet met hun poten vertrappen, zich omkeren en je verscheuren.
Alles wat jij wilt dat de mensen voor jou doen doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten. Gaat binnen door de nauwe poort;
want de weg die naar de ondergang voert is wijd en breed, en velen zijn er die hem inslaan. Hoe nauw toch is de poort
en hoe smal is de weg die voert naar het leven, en weinigen zijn er die hem vinden.'

Drie afzonderlijke spreuken.
De eerste (over geen parels aan de zwijnen geven) doet uitschijnen dat Jezus’ volgelingen
een verheven geheime leer hebben die ze niet zomaar aan iedereen moeten laten kennen.
Dat staat ogenschijnlijk nogal haaks op de tweede (alles wat je wil dat de mensen aan jou doen, …)
die de meest openbare boodschap is die je maar kunt bedenken. Niet voor niets heet ze ‘de gulden regel’,
omdat je die in alle mogelijke religies en levensbeschouwingen tegenkomt.
De derde (over de poort en de weg) lijkt uitkomst te brengen, maar maakt het daarom niet makkelijker (integendeel).
Gemakkelijk is de brede weg te nemen, dan hou je het op één van de twee bovenstaande, of op helemaal geen.
Moeilijker – maar alleen díe weg is levengevend – is de nauwe weg. Die ‘poort’ en ‘weg’ staan van oudsher voor het de onderscheiding.
Zwijgen of spreken? Wanneer het één, wanneer het ander? Of – ‘onderscheidender’ nog – hoe sprekende zwijgen en zwijgende spreken?