Verbonden Léven

Mt. 21,28-32 (27/09/2020)
 
“Wat denken jullie:
[vroeg Jezus aan de afgezanten van de Joodse oversten]
Iemand had twee kinderen.
Hij ging naar de eerste en zei: “Kind, ga vandaag werken in mijn wijngaard.”
Die antwoordde echter: “Ik wil niet.”
Later veranderde hij van gedacht en ging toch.
Hij ging naar de tweede en zei hetzelfde.
Die antwoordde: “Ik zal gaan, heer.” Maar hij ging niet.
Wie van de twee deed de wil van de vader?”
Zij antwoordden: “De eerste.”
“Zeker, ik zeg jullie, ging Jezus verder, dat tollenaars en hoeren
jullie zullen voorgaan naar het koninkrijk van God.
Want Johannes is naar jullie toe gekomen met een oproep tot de rechte weg,
maar jullie zijn er niet op ingegaan.
Tollenaars en hoeren zijn er echter wel op ingegaan.
En jullie zagen dit gebeuren maar toch ben je niet van gedacht veranderd om alsnog op zijn roep in te gaan.”
 
Er is blijkbaar nog heel wat te doen in de wijngaard. Die wijngaard is een uitgespaarde plek in de ruimte en de tijd. Ruimte en tijd waar G-d gestalte krijgt.
Althans daartoe zijn we geroepen en gezonden: “Vooruit, ga aan het werk in de wijngaard!”
Het koninkrijk van God op aarde realiseren, gaat niet vanzelf dus: aan het werk!
Mag ik a.u.b. even aarzelen, even de tijd nemen om na te denken vooraleer ik een antwoord geef op deze oproep?
De wijngaard in gaan? Die ruimte van vrede en recht, genade, lankmoedigheid, barmhartigheid en dan ook nog vergeving? Is dat het werk dat ik te doen heb daar?
Wil je of wil je niet?
Ik aarzel. Wat zal ik zeggen? Wat zal ik doen?
Laat mij maar met rust, ik red me prima. Zoek maar een ander om dit te doen. Iemand die beter, geloviger is dan ik.
Of wil ik het toch? Mag ik me nog bedenken, me omkeren? Mag ik me alsnog omkeren weg van mezelf naar G-d en gaan werken?
Werk maken van die ruimte en zo in verbondenheid mijn leven geven aan jouw Rijk?