Verbonden Léven

Mt.13,44-46 (29/07/2020)

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Het Rijk der hemelen gelijkt op een schat, verborgen in een akker.
Toen iemand hem vond verborg hij hem weer en in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat
en kocht die akker. Ook gelijkt het Rijk der hemelen op een koopman, op zoek naar mooie parels.
Toen hij een parel van grote waarde had gevonden, ging hij alles verkopen wat hij bezat en kocht haar.”

Soms vraag ik mij af wat Jezus zou zíen als hij vandaag terug onder ons zou rondlopen.
Zou hij bij zijn christenen (mezelf dus inbegrepen) vreugde zien? Enthousiasme (= geest-drift, een aangevuurd zijn door de Geest)?
Doordrijvend verlangen om iets verborgens te zoeken? Durf om alles achter te laten omwille van hem? Schatten, parels (van mensen)?
Zo stelde hij zich echter wel ‘het rijk der hemelen’ voor – wat helemaal geen kwestie is van ‘ooit eens in een hiernamaals’,
maar een te realiseren en te verbeiden samen-leving in het hier en nu!
Waar christenen écht de zoektocht naar de schat aangaan – en dat begint met zich (wellicht elke dag) af te vragen wát (of beter: wie)
die schat is – ontwaren ze in de dagelijkse realiteit van het leven de sporen ervan. Die liggen verspreid over de akker,
soms wat verborgen onder een aardkluit, maar wachtend op gevonden te worden …
… door mij … vandaag …