Verbonden Léven

Mc.6,14-29 (4/02/2022)

Koning Herodes hoorde dit, want zijn naam werd overal bekend. Men zei: “Johannes de doper is uit de doden opgestaan. Daardoor werken die krachten in hem.” Anderen zeiden: “Hij is Elia.” [de profeet die zou terugkeren] En weer anderen: “Het is een profeet!” Maar Herodes zei: “Het is Johannes, die ik onthoofd heb. Hij is opgestaan uit de doden.”
Herodes had inderdaad zelf soldaten gezonden om Johannes te grijpen en hem te binden in de gevangenis, omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, met wie hij [onrechtmatig] was getrouwd. Johannes had immers tegen Herodes gezegd: “Het is niet geoorloofd de vrouw van je broer te huwen.” Daarom had Herodias het op hem gemunt en wilde hem doden, maar dat kon ze niet, want Herodes had ontzag voor Johannes omdat hij hem kenden als een rechtgeaarde en heilige man. Daarom beschermde hij hem. Telkens hij hem hoorde, kwam hij in verlegenheid, maar toch luisterde hij graag naar hem.
Maar er kwam een geschikte dag toen Herodes op zijn verjaardag een feestmaal inrichtte voor zijn rijksgroten, de legeroversten en de vooraanstaanden van Galilea. Herodias’ dochter was binnengekomen en had gedanst. Dat behaagde Herodes en zijn tafelgenoten. De koning zei tegen het meisje: “Vraag me wat je wil en ik zal het je geven.” En hij zwoer haar: “Wat je mij ook vraagt, ik zal het je geven, tot de helft van mijn koninkrijk!” Zij ging naar buiten en vroeg haar moeder: “Wat zou ik vragen?” Die zei: “Het hoofd van Johannes de doper.” Onmiddellijk ging zij weer binnen, haastte zich naar de koning en vroeg: “Ik wil dat je mij, onmiddellijk, op een schotel, het hoofd van Johannes de doper geeft.” De koning werd zeer bedroefd, maar vanwege de eed en de tafelgenoten wilde hij haar niet afwijzen. Onmiddellijk zond de koning een lijfwacht en beval hem het hoofd van Johannes te brengen. Hij ging heen en onthoofde hem in de gevangenis. Hij bracht zijn hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje, en zij gaf het aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen dit hoorden, kwamen ze om zijn lichaam mee te nemen en legden het in een graf.

Open staan voor de waarheid, het is echt niet vanzelfsprekend en het wordt alleen maar lastiger als die waarheid ook je doen en laten in vraag stelt. Dat is wat Johannes doet. Hij confronteert mensen met de waarheid. Zijn optreden brengt heel verschillende reacties teweeg.
Aan de ene kant trekt hij met zijn woorden mensen aan. Herodes luistert graag naar hem. Aan de andere kant wekt het onder woorden brengen van de waarheid angst op. Angst om de controle (de macht) te verliezen. Wanneer dan te midden van die angst een ander je verleidt tot een belofte die de waarheid het zwijgen oplegt, dan kan het gebeuren dat je ver gaat, té ver.
Het is o zo menselijk (waarschijnlijk niet het onthoofden), ga het maar eens na. Op welke manier gaan wij om met waarheden die ons uit onze comfortzone halen? Zullen we ze ontwijken, ontkennen, ontkrachten of ….?
En wat als G-d ten tonele verschijnt? Wie of wat verleidt ons om die Stem maar het zwijgen op te leggen (liefst zo snel mogelijk)?