Verbonden Léven

Lc.11,47-54 (15/10/2020)

[Jezus voer verder uit tegen de wetgeleerden:] “Wee jullie, want jullie bouwen de grafmonumenten van de profeten,
terwijl jullie vaders die hebben gedood. Jullie zijn dus getuigen van en stemmen in met de werken van jullie vaders,
want zij hebben hen wel gedood, maar jullie bouwen hun grafmonumenten.
Daarom zegt de wijsheid van God:
Profeten en zendelingen [apostels] zal ik naar hen uitzenden
– waarvan zij sommige zullen doden en vervolgen –
om op deze generatie te verhalen al het bloed van profeten dat ooit vergoten werd,
vanaf het bloed van Abel [die door zijn broer Kaïn werd gedood, de eerste moord in de Schrift],
tot het bloed van Zacharia die omgebracht werd tussen het altaar en zijn huis [de laatste moord in de Joodse Schrift].
Ja, ik zeg jullie:
Het zal op deze generatie verhaald worden!
Wee jullie, wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel van de kennis [van God] weggenomen.
Zelf zijn jullie er niet binnen gegaan, en wie er wel binnen gaan, verhinderen jullie.”

Toen hij van daar vertrok, begonnen de schriftgeleerden en Farizeeën in toorn hem heftig aan te vallen.
Ze vroegen hem uit over allerlei zaken, en spanden hem strikken, erop uit om uit zijn mond iets te horen waarvan ze hem konden beschuldigen.

Het is niet verwonderlijk dat de schriftgeleerden en Farizeeën zich zo heftig verweren. De kritiek van Jezus was niet min,
en als het volk dat doorhad, was dat duidelijk een ondermijning van hun gezag. – En mensen doen véél om hun eigen gelijk te handhaven!
Daarvoor hoef je niet alleen naar sommige politieke leiders te kijken! Hou het dicht bij huis en kijk naar je eigen leven!
Hier is de aanklacht dat ze sommige dingen zogezegd wel afkeuren (“het doden van de profeten”),
maar eigenlijk op een veredelde manier toch hetzelfde doen (“hun graftomben bouwen”). Het vraagt enig kritisch-eerlijk zelfonderzoek
om het te herkennen en kan vele vormen aannemen, maar we zijn zeer vindingrijk in ons eigen gedrag goed te praten,
ook als we dat ‘in andere omstandigheden’ (of ‘voor anderen’) zouden afkeuren. Als het er dan nog op aankomt niet onze positie of gezicht te verliezen,
dan verweren we ons nog meer ‘als een duivel in een wijwatervat’. (Er zou geen spreuk over bestaan, als het fenomeen niet alom tegenwoordig was!)
Vandaag horen we alleen Jezus’ – terechte – aanklacht. Gelukkig wéten we ook van zijn Liefde! – en net daarom hoeft kritisch-eerlijk zelfonderzoek niet bedreigend te zijn!