Verbonden Léven

Lc.7,31-35 (16/09/2020) 

Jezus zei:
“Waarmee zal ik deze generatie vergelijken? Waar lijken ze op?
Ze zijn als kinderen die op de markt zitten en elkaar toeroepen:
‘Wij spelen voor jullie op de fluit, maar je danst niet.
Wij zingen voor jullie een klaaglied, maar je weent niet!’
Zie je?
Johannes de Doper is gekomen,
hij eet geen brood en drinkt geen wijn,
en jullie zeggen: ‘Hij is van een demon bezeten.’
De mensenzoon is gekomen,
hij eet en drinkt wel,
en jullie zeggen: ‘Kijk eens naar die vreter en zuiper,
die vriend van tollenaars en zondaars.’
Wijsheid wordt als waar erkend
door allen die haar kinderen zijn.”

Wispelturige kinderen, die wel willen spelen, maar niet mee-spelen … er is altijd wel wat dat hen niet zint.
Zo verzucht Jezus over ‘deze generatie’ (= zíjn generatie), maar o zo herkenbaar bij ‘déze generatie’ (= de ónze).
Wanneer worden wij toch eens ‘kinderen van de wijsheid’? Dat ligt er blijkbaar niet aan in welke tijd of generatie ik geboren word,
en dus ook niet onder welk gesternte dat zou zijn geweest (en of ik dan slim of dom, of rijk of arm zou zijn).
Wij worden ‘kinderen van de wijsheid’ als wij ‘waarheid (h)erkennen’.
En díe is te vinden bij de a/Ander. De ‘waarheid over mijn leven’ is niet of ik al of niet dans, maar dat er i/Iemand op de fluit speelt voor mij;
de ‘waarheid over mijn leven’ is niet of ik al of niet ween, maar dat er i/Iemand een klaaglied zingt voor mij!
Hóór ik de á/Ander, of verhoor ik alleen mijn eigen wispelturigheid?
Dán zal ik Johannes’ boodschap (h)erkennen. Dan zal ik Jezus’ boodschap (h)erkennen. Elk a/Anders; elk bevrijdend!