Verbonden Léven

Lc. 7, 11-17 (15/09/2020)

Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met hem mee.
Toen hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe.
Een groot aantal mensen vergezelde haar. Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen en zei tegen haar:
“Weeklaag niet meer.” Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei:
“Jongeman, ik zeg je: sta op!” De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem aan zijn moeder.
Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: “Een groot profeet is onder ons opgestaan”, en:
“God heeft zich om zijn volk bekommerd!” Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.

Twee stoeten, elk komende uit een andere richting. Ze ontmoeten elkaar bij de poort: de stoet van de dood en de stoet van het leven.
Zowel de moeder van de overleden jongen als Jezus zijn omringd met een menigte die elk hun eigen weg gaan, tot ze elkaar kruisen. Een kruispunt waar gekozen kan worden.
Jezus ziet, wordt door medelijden bewogen, spreekt, komt naderbij, raakt aan, doet opstaan, en geeft. Zeven – het getal van volheid – handelingen.
Zo is het Léven bedoeld: actief, volkomen, vol-gemaakt. Hij is niet om zichzelf bekommert (hij raakt de lijkbaar aan wat hem onrein maakt) maar hij wordt door Liefde bewogen.
Eén en al liefde. Creatieve Liefde. Die te midden van de dood, Léven creëert.
In welke stoet ik meeloop is vaak in eerste instantie geen keuze. Maar wát op het snijpunt van beide wegen? Ga ik mee met de stoet van de dood? Kies ik die van het Léven?
Hoe creatief – levengevend – is mijn liefde?