Verbonden Léven

Joh.14,7-14 (09/5/2020)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Als gij mij zoudt kennen zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij hem en ziet gij hem.'
Hierop zei Filippus: 'Heer, toon ons de Vader, dat is ons genoeg.' En Jezus weer: 'Ik ben al zo lang bij u en gij kent mij nog niet Filippus?
Wie mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader? Gelooft ge niet dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is?
Deze woorden die ik u zeg, spreek ik niet uit mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in mij, zijn werk verricht.
Gelooft mij, ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u:
wie in mij gelooft zal ook zelf de werken doen die ik doe. Ja grotere dan die zal hij doen omdat ik naar de Vader ga.
En wat gij ook zult vragen in mijn naam ik zal het doen opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon.
Als ge mij iets zult vragen in mijn naam zal ik het doen.'

“Wie mij ziet, ziet de Vader.” De transparantie die Jezus in zijn leven bereikte, is zo helder en ‘doorlatend’ dat zijn eigen leven dat van de Vader “toont”.
Dat ‘tonen’ is niet zomaar een plaatje of een duidend woord of een idee, maar iets heel daad-werkelijks. Hier zegt Jezus opnieuw: “Kijk niet naar mij! Kijk naar mijn werken! Daarmee zie je genoeg.”
Die transparantie van Jezus blijkt aanstekelijk te zijn. Waar wij óns leven leggen in dat lieve licht, ons laten door-stralen van zijn van-God-vervuld-zijn, daar worden wij gaandeweg (de weg die Jezus is)
zelf ook transparanter. Ook wij kunnen in onze ‘werken’ de Vader ‘tonen’. Dat zal natuurlijk wellicht nog maar ten dele zijn, maar waarom zouden we er daarom nog niet aan beginnen?!
We zullen grote dingen zien, ja nóg grotere … Waarmee meteen is aangegeven dat het niet om ‘spectaculaire’ dingen gaat, maar sprekend van grootheid, sprekend van de grootheid van God.