Verbonden Léven

Joh. 6,60-69 (02/5/2020)

In die tijd zeiden velen van zijn leerlingen: 'Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar hem te luisteren?'
Maar Jezus die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hen: 'Neemt gij daar aanstoot aan?
Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar hij vroeger was...? Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut.
De woorden die ik tot u gesproken heb zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u die geen geloof hebben.'
Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie hem zou overleveren.
Hij voegde er aan toe: 'Daarom heb ik u gezegd dat niemand tot mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.'
Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg:
'Wilt ook gij soms weggaan?' Simon Petrus antwoordde hem: 'Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven
en wij geloven en weten dat gij de Heilige Gods zijt.'

Het enthousiasme van de broodvermenigvuldiging was geluwd. Het zakte nog dieper na zijn woorden over ‘je leven geven’, ‘hem eten’ en ‘in verbondenheid leven met de Vader’.
Van al die toehoorders bleven er niet veel meer over. Werd het te warm onder hun voeten? Werd het te confronterend?
Toegegeven, Jezus’ manier van leven stond in fel contrast met de keiharde politiek. Even fel als dat vandaag het geval is.
Het was dus ongetwijfeld voor hen allemaal moeilijk te verstaan en dus geen evidente keuze. Zij hadden tenslotte andere verwachtingen, net als wij vandaag: materiële zekerheid, economische vooruitgang, eigenbelang,...
Maar Jezus’ boodschap is er net één van alles of niets, van nederigheid, zachtmoedigheid en trouw. Trouw, niet aan enige menselijke macht, maar aan God zelf.
Om dat te kunnen leven en daarin stand te houden, hebben we voedsel nodig en, zoals Petrus het zegt, ‘Woorden van eeuwig leven’.
Deze Woorden schudden ons wakker en roepen ons op. Ze bemoedigen ons en doen ons verbonden leven, zodat wij een keuze kunnen maken: blijven of weggaan?