Verbonden Léven

Joh. 3,31-36 (15/4/2021)

“Wie van boven komt, is boven allen. Wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen. Wat hij gezien en gehoord heeft, daar getuigt hij van. Maar niemand neemt zijn getuigenis aan. Wie zijn getuigenis wél aanneemt, bezegelt daarmee dat God waarachtig ís. Want wie God gezonden heeft, spreekt de woorden van God, want God geeft de geest-adem [pneuma/ruach] zonder maat.
De Vader heeft de Zoon lief en heeft hem alles in handen gegeven. Wie zijn vertrouwen stelt in de Zoon, heeft het volle leven, maar wie geen gehoor heeft aan de Zoon, zal het leven niet zien – maar Gods genegenheid blijft op hem.”

Klinkt nogal orakeltaal! In dit stukje tekst is het niet te zien, maar eigenlijk is het Johannes de doper die aan het woord is, over Jezus, maar ook over zichzelf, én in één (geest-)adem door dus ook over ons. Het komt vlak na zijn fameuze woorden “hij moet groter worden, ik kleiner”.
Johannes is ervan overtuigd – en gétuigt ervan – dat G-ds Geest werkt in de mens Jezus en in al wie zijn spoor wil volgen. Ze ontvangen zijn Geest en worden zo gezonden in een wereld die niet noodzakelijk dat getuigenis aanneemt. Lastig dus (heb je ongetwijfeld ook al ondervonden), maar het is de enige manier waarop G-d in de wereld aanwezig kan komen.
Aan wie wél de Zoon volgt, zegt Johannes het ‘volle leven’ toe – Léven dus: leven dat de moeite waard is, leven dat er toe doet voor anderen, leven dat overstroomt van zin (én zaligheid)!
Het is een lastige waarheid dat de wereld vol loopt met mensen die niet leven! Maar nooit mag dit een veroordeling inhouden; eigenlijk integendeel: herlees het laatste zinsdeel!