Verbonden Léven

Joh 3,13-17 (14/09/2020)

Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?
De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft,
opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven,
opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.

Vandaag, 14 september, viert de kerk het feest van de Kruisverheffing.
Lastig, niet? Een kruis als symbool van je geloof. Nog lastiger wordt het als we gaan kijken naar onze maatschappij.
Daar is men ervan overtuigd dat hét leven – om geslaagd te zijn – altijd zonnig en succesvol moet zijn.
Geneeskunde, wetenschap en allerlei gedragsmodellen wekken de indruk dat heel ons leven maakbaar (dus zonder lijden) is.
Ook onze godsdienst is door datzelfde virus aangetast. We spreken liever over belofte, toekomst en verrijzenis dan over
delen in onmacht, troostend nabij blijven, als tochtgenoot het lijden en de onmacht op je nemen en helpen dragen.
Nochtans vertellen de woorden van vandaag ons over een behoeder van het leven in al zijn kwetsbaarheid.
Ze vertellen over Jezus, die mensen nabij bleef in hun verdriet, Geen sterke leider, geen verzetsheld, maar een stille,
naar aardse normen gebroken man, die door zichzelf – zijn leven – te geven, het lijden wilde helpen dragen.
Zo getuigde hij van een G-d die door en door doordrongen is van liefdevol mededogen.
Stel dat het hele Evangelie verloren was gegaan, behalve dit vers: 'Zo lief heeft God de wereld gehad...'.
Zou dat niet genoeg zijn? Die oneindige liefde van G-d voor ons. Hij die ons zo graag ziet dat hij zijn zoon – zichzelf – geeft.
De rest van het Nieuwe Testament is dan gewoon een commentaar op deze waarheid.