Verbonden Léven

Inleiding op de Eerste brief van Johannes

 1Joh.2,18-21 (30/12/2021)

het laatste uur is aangebroken.
U hebt gehoord dat de antichrist zal komen.
Nu al treden er veel antichristen op,
en daardoor weten we dat dit het laatste uur is.
Ze zijn uit ons midden voortgekomen
maar ze hoorden niet bij ons,
want als ze werkelijk bij ons hadden gehoord,
zouden ze bij ons gebleven zijn.
Maar het moest aan het licht komen
dat niemand van hen bij ons hoorde.
U echter bent gezalfd door Hem die heilig is,
en allen kent u de waarheid.
Ik schrijf u niet omdat u de waarheid niet zou kennen,
maar juist omdat u die kent
en omdat uit de waarheid nooit een leugen voortkomt.

‘Johannes’ schrijft ons over waarheid, over leugen, én over onderscheiding. “Wat is waarheid?” Het had hem al bezig gehouden toen hij in zijn Evangelie die vraag door Pilatus liet stellen (Joh.18,33): Quid est veritas? Guido Gezelle gaf het magistrale antwoord door dezelfde letters anders te schikken: Est vir qui adest! – Het is de mens die voor je staat!
De ‘antichrist’ waar Johannes hier op doelt, is de Christen (of wie zich Christen noemt) die deze waarheid niet ziet, niet erkent, en éigen ‘waarheden’ achternaloopt en verkondigt. Hij bedoelt er dus ook mee te zeggen dat in naam Christen zijn niet volstaat om ‘in de waarheid te leven’. “Wie zegt in het licht te zijn, maar zijn broeder of zuster haat, bevindt zich nog altijd in de duisternis”, lazen we dinsdag. (1Joh.2,9)
Waar Christenen zich dus laten verleiden tot de ‘leugen’, tot het op zichzelf gericht zijn i.p.v. op ‘de mens die voor je staat’, daar heeft het laatste uur geslagen. Zou het soms daarom zijn dat Christendom vandaag zo weinig aantrekking heeft, omdat Christenen niet meer in díe waarheid leven?

Evangelie van de dag