Verbonden Léven

Psalmen4

Psalm 143

Kunstwerk als verwerking van de Psalm gemaakt door Elly Mondelaers

Psalm 143

Heer, hoor mijn gebed; hoor mijn smèken!
In jouw trouw en gerechtigheid: ántwoord mìj!
Roep toch je dienaar niet voor het gerècht,
want in jouw licht is geen mens zonder schúld.

Mijn leven wordt vertrapt in het stòf;
ik moet wonen in doodse dúisternis – voorgòed?
Mijn geest bezwìjkt in mij,
mijn hart is ontzét.

Ik her-inner de vroegere dàgen,
overweeg de wérken van jouw hànden.
Ik strek mijn handen naar Jou ùit,
mijn ziel, als uitgedroogd land, dórst naar Jou!

Haast Je, antwòord mij, Heer!
Úitgeput is mijn wèzen.
Verberg je Gelaat niet voor mìj,
anders word ik een die afdaalt in het gráf.

Laat de ochtend mij jouw liefde doen hòren,
want op Jóu vertròuw ik;
laat mij zien de weg die ik moet gàan,
want naar Jou verláng ik.

Verlos mij van mijn weerstrèvers;
bij Jóu zoek ik tòevlucht, Heer.
Red mij uit mijn benàuwdheid
door jouw geréchtigheid.

Leer mij jouw wìl te doen,
want Jíj bent mijn Gòd.
Laat jouw goede geest mij lèiden
op effen páden.

Doe mij lèven,
omwílle van jouw Nàam.
In jouw liefde, rèd mij, Heer,
want ik ben je díenaar.

 

(Gezongen door zusters van de St.-Trudoabdij, met citerbegeleiding)

Psalm 143 - aanzet

Mag ik nog uitzien naar jouw liefde?

Bij een eerste lezen van de psalm haper ik aan het negatieve dat eruit spreekt. Blijkbaar gaat het de psalmbidder niet goed op het moment dat hij de psalm neerschrijft. Zijn leven wordt vertrapt in het stof, hij moet wonen in doodse duisternis. En daar bezwijkt hij aan, in hart én in geest. Blijkbaar vindt hij daarvoor schuld bij zichzelf. Hij vreest ervoor voor Gods gerecht gedaagd te worden.

In mijn eigen ‘proberen te geloven’ is dat een kleur die maar weinig aanwezig is. Ik herken het eerder bij oudere generaties, die opgegroeid zijn met een belerende en straffende kerk … en dus ook met een belerende en straffende God. Velen hebben zich toen uit dat loodzware schuldgevoel losgewrikt … door dan maar ineens kerk en geloof en God en heel die ‘santeboetiek’ overboord te gooien.

Dat laatste heb ik van nabij meegemaakt. Eerst waren het mijn broer en mijn zussen die weigerden nog naar de mis te gaan, en beetje bij beetje lieten ook mijn ouders het hele kerkgebeuren los. Ikzelf bleef … niet omwille van God en geloof, maar omwille van muziek. Ik was immers dirigent van een kinder- en jongerenkoor, en feestelijke kerkdiensten waren voor ons een gelegenheid om te kunnen optreden. Kerstmis, Pasen, Eerste communie, Vormsel: ik ken er wel passende liedjes bij!

Maar dan lees ik die ‘richtingaanwijzer’ boven deze psalm:

Mag ik nog uitzien naar jouw liefde?

Daar raakt psalm 143 mij ineens in zijn volle lading. In mijn geloofsweg speelt dat ‘uitzien naar (Gods) liefde’ een grote rol. Er was een tijd dat ik die liefde niet voelen, niet ervaren kon. Ik schreeuwde het als het ware uit: Hoor mij! Zie mij! Antwoord mij! Want hoe kan ik geloven dat Jij er bent, ook voor mij, als ik Jouw Liefde niet ervaar!

Als ik dan de verzen 7 en 8 lees:

Haast Je, antwoord mij, Heer!
Uitgeput mijn wezen.
Verberg je Gelaat niet voor mij,
anders word ik een die afdaalt in het graf.

Laat de ochtend mij jouw liefde doen horen,
want op Jou vertrouw ik;
laat mij zien de weg die ik moet gaan,
want naar Jou verlang ik!

dan voel ik de worsteling met God en met geloof weer door me heen gaan.

Ik voel weer de leegte, de pijn van het alleen staan, de hunker naar het geloof dat ik bij anderen zie, het gevecht met mezelf om ook die weg te gaan. Als ik mij al Gods vroegere daden her-inner, dan zijn het wel deze: dat Hij mij uit die leegte heeft weggehaald, dat Hij mij aansprak en tot Léven wekte.

Sindsdien maakte het leven vele omwentelingen. Nooit echter woog de last nog zo zwaar als toen, want altijd waren er mensen die mij hun liefde gaven. En ik, ik kon die liefde ontvangen. O ja, er waren en er zijn ‘weerstrevers’, mensen die vinden dat ik ze in de weg loop. En die kunnen mijn vertrouwen onderuit halen … tijdelijk! Want, Hij doet mij leven. In zijn liefde redt Hij mij, telkens en telkens weer. En ik, geleid door zijn goede Geest, ik ploeg maar voort, op effen en op oneffen paden.

Mag ik nog uitzien naar jouw liefde

Als ik voor mezelf en voor mijn eigen leven, maar ook voor de wereld waarin ik leef aan deze psalm één wens overhoud, dan is het wel deze: te mogen uitzien naar Gods liefde. Uit eigen ervaring weet ik: dáár gebeurt het wonder. Aangeraakt door Gods liefde kan ik niet anders dan – gewoon op mijn eigen plekje – meebouwen aan een wereld waar het goed is om te leven.

Als ik dat doe, en jij ook, en als wij anderen daartoe kunnen aansteken, dan overwinnen Liefde en Léven het vast op schuld en dood.