Verbonden Léven

Mt. 2,13-18 (28/12/2020)

Kort nadat de wijzen van hen waren heengegaan, verscheen er aan Jozef
in een droom een boodschapper [engel] van de Heer.
Hij zei: “Sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte.
Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het doden.”
Jozef stond op en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte.
Daar bleef hij tot de dood van Herodes, en zo ging in vervulling
wat bij monde van de profeet van de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.’ [Hos.11,1]
Toen Herodes begreep dat hij door de wijzen was misleid, werd hij verschrikkelijk kwaad,
en afgaande op het tijdstip dat hij van de wijzen had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem
en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger te doden.
Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia:
‘Er klonk een stem in Rama, luid wenend en klagend. Rachel beweende haar kinderen
en wilde niet worden getroost, want ze zijn er niet meer.’ [Jer.31,15]

Hoeveel kinderen zouden al op de vlucht moeten nog voor ze kunnen lopen?
Hoeveel kinderen zouden al vermoord worden nog voor ze een daad konden stellen?
Hoeveel onschuldig bloed – letterlijk en figuurlijk – wordt er (nog dagelijks) vergoten
omwille van machtsstreven (meestal verpakt in het blinkend papier van een ‘ideaal’)?
Zou Jezus het daarom ‘in zijn bloed’ hebben gehad dat hij er moest zijn voor de uitgestotenen, de “vluchtelingen en vreemden, wezen en weduwen”?
Het lag opgeslagen in zijn basale herinnering wat het is om doodsbedreigd te moeten vluchten
– maar ook hoe er zelfs dan (of net dan) ‘engelen van mensen’ zijn die luisteren naar ‘engelen van de Heer’,
die hem droegen en behoedden, en hem – weer eens – het leven schonken.
En déze G-d wil hij aan mensen laten kennen. Niet de God van de macht, maar de G-d van de draag-kracht:
wat het leven (en zelfs de dood) je ook brengt, er zal altijd een engel zijn die je draagt, behoedt én het Léven schenkt!