Verbonden Léven

Dinsdag (30/06/2020)

Mt. 8,23-27

Toen Jezus in de boot stapte, volgden zijn leerlingen Hem. Opeens raakte de zee in hevige beroering
zodat de golven over de boot sloegen, Jezus echter lag te slapen. Zij gingen naar Hem toe en maakten hem wakker met de woorden:
'Heer, red ons, wij vergaan!' Hij sprak tot hen: 'Waarom zijn jullie bang, kleingelovigen?'
Dan stond Hij op, richtte zich met een dwingend woord tot de winden en de zee, en het water werd volmaakt stil.
De mensen stonden verbaasd en zeiden: 'Wat voor iemand is dat toch, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzamen?'

Stormen zijn een specifieke samenloop van al aanwezige factoren. Water, stromingen, golven, wind, … ze zijn er altijd.
Maar pas als ze lijken samen te spannen en hun krachten tónen, wordt het een storm.
Dat is zo met een storm op het meer van Galilea of om het even welke storm. Dat is zo met uiterlijke stormen:
een crisis die toeslaat in een maatschappij (dat dan een bootje op drift wordt); een crisis die toeslaat in ons eigen leven (waarin wij lijken te verzuipen).
Dat is ook zo met innerlijke stormen: angst en wantrouwen die om zich heen gegrepen heeft en een hele maatschappij in z’n greep houdt;
ontreddering in onszelf omdat we niet meer weten hoe we daarin ons leven kunnen inrichten.
… altijd een samenloop van al aanwezige factoren …
Maar als we nu eens ons opnieuw zouden verbazen (preciezer vertaald, zou er beter staan: verwonderen – dat is toch iets anders dan verbazen).
Als we nu eens écht de tijd en de áándacht (de ‘gewarigheid’) namen om ons af te vragen “wie die Jezus toch wel is”, …
zouden onze stormen dan niet gaan liggen …?