Verbonden Léven

Mt. 5,1-12 (8/6/2020)

Toen Jezus deze menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem.
Hij nam het woord en onder­richtte hen aldus:'Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedi­gen, want zij zullen het land bezitten.
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerech­tigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervin­den.
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnent­wil:
Verheug je en juicht, want groot is jouw loon in de hemel. Zo immers hebben ze de profeten vervolgd die voor jou geleefd hebben. 

Wie met eerlijk open ogen in de wereld staat, moet – gelovig of niet – wel verwonderd zijn over deze tekst.
Dit is nu toch een zaligprijzen van alles wat in de wereld juist níet zalig wordt geprezen!? Dit lijkt wel een tekst voor ‘loosers’, ‘softies’ (of gewoonweg sukkelaars).
Is het dát wat Christenen – in het spoor van Jezus – propageren?
Ja!
Als er íets is wat Jezus heeft proberen te vertellen (in verhalen én zijn leven), dan gaat het over zachtheid, tederheid.
Midden in een harde wereld (of juister: een wereld die denkt te moeten hard zijn om zichzelf te verdedigen) toont Jezus dat niet hardheid,
maar zachtheid de kern uitmaakt van elk mensenleven. (Zelfs van de hele schepping: denk maar aan het vloeibare magma in het binnenste van onze aardkorst.
‘Zalig het magma’, want daarzonder zou de wereld dood zijn!)
Als wij straks in de wereld komen, zal die wereld dan verwonderd zijn om ons, omdat het aan ons te zien en te beleven valt dat zachtheid zalig is?
(Hou er wel rekening mee dat verwondering nogal eens omslaat in vijandigheid. Goedheid roept kwaadheid op – wist óók Jezus al.)