Verbonden Léven

Mc.16,25-20 - feest van de evangelist Marcus (25/4/2020)

In die tijd toen Jezus aan de elf verscheen, sprak hij tot hen: 'Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping.
Wie gelooft en gedoopt is zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen:
in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen;
en als ze aan zieken de handen opleggen zullen dezen genezen zijn.' Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd hij ten hemel opgenomen
en hij zit aan de rechterhand van God. Maar zij trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord
door de tekenen die het vergezelden.

25 april, feest van Marcus, schrijver van het wellicht oudste ons bekende Evangelie. En voor die gelegenheid kiest men heel toepasselijk
de slotwoorden van zijn eigen geschrift, waarin de opdracht tot verkondiging uitdrukkelijk klinkt.
De vraag zou dus terecht zijn hoe het gesteld is met míjn antwoord op die opdracht. Maar ik wil een stap terug zetten. Er gaat iets aan vooraf!
Aan mijn opdracht te verkondigen, gaat vooraf dat het Evangelie áán mij verkondigd wérd! Als je daarover gaat nadenken,
kom je bij een onvoorstelbaar lange en rijke keten aan mensen en gebeurtenissen uit, startend bij Jezus, de evangelisten, … tot bij jezelf.
Het is bijzonder mooi om eens naar je eigen ‘geschiedenis’ te kijken vanuit dat oogpunt: Wie heeft míj ‘het Evangelie verkondigd’?
Wellicht denk je dan al snel aan een of andere leraar of priester die je letterlijk iets gezegd of geleerd heeft, maar het is veel subtieler en rijker dan dat!
Het is een aaneenschakeling van vaak kleine – maar dus belangrijke – ontmoetingen met mensen.
Laat vandaag dus maar een ‘feest’ worden, een feest van dankbaarheid om al die kleinen die óns ‘het Evangelie’ hebben verkondigd!