Verbonden Léven

Mc.3,20-21 (23/1/2021)

Hij ging naar huis en opnieuw kwam er zoveel volk samen dat ze geen kans hadden om te eten.
Toen zijn verwanten dit hoorden, gingen ze naar hem toe om hem mee te nemen, want men zei dat hij buiten zijn zinnen was.

Je zou dit mini-stukje Evangelie kunnen lezen als een verwijt dat Jezus’ verwanten eigenlijk niet begrepen waar hij mee bezig was.
Behalve dat dat waar kan zijn (hoe vaak begrijpen wíj waar Jezus mee bezig is?), is misschien toch de vraag of wij niet te snel in tegenstellingen denken.
Zijn Jezus’ verwanten hier tégen hem? Misschien komt hun actie wel voort uit een grote zorg voor hem én zijn boodschap?!
Het is een absolute blijk van betrokken liefde om de mensen om wie je geeft van eten te voorzien!
Des te meer wanneer je merkt dat dat verwaarloosd raakt, om wat voor reden dan ook.
En ook des te meer als die mens een taak heeft naar zijn/haar medemensen toe, maar dat zonder eten het zou dreigen dat die taak niet meer kan vervuld worden.
Als mens (des te meer als Christen) zijn wij allen verwanten van elkaar. Enige liefdevol betrokken zorg is alleen maar op zijn plaats.
Laten we elkaar dus maar wat van ‘eten’ voorzien, onder welke vorm ook (want “de mens leeft niet van brood alleen”).