Verbonden Léven

Lc.1,46-56 (22/12/2020)

En Maria zong het uit:
“Mijn ziel maak groot de Heer,
uitbundig blij is mijn geest om God, mijn bevrijder,
want hij heeft omgezien naar de kleinheid van zijn dienares.
Kijk! Vanaf nu zullen alle generaties mij gezegend noemen.
Want hij die geestkrachtig is,
deed grote dingen aan mij.
Heilig is zijn Naam!
Zijn tederheid duurt over alle generaties
voor wie hem vreest.
Hij toont machtige daden
en slaat hoogmoedigen van hart uiteen;
machthebbers haalt hij neer van hun troon
en kleinen maakt hij groot;
hongerigen vervult hij met goede gaven
en rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trekt zich Israël, zijn dienaar, aan,
her-innerend zijn tederheid
– zoals hij het gezegd had tegen onze vaders –
voor Abraham en voor alle generaties, tot in eeuwigheid.”
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar
en keerde dan naar huis terug.

En het verhaal vertelt verder over het lef van deze vrouwen. Hoe zij durven verwachten tegen alle menselijke redelijkheid in
– geen man bekend, te oud – dat nieuw leven mogelijk is. Waar mensen zeggen ‘verloren’, oud en onvruchtbaar,
zegt God niet ‘gewonnen’, maar ‘gevonden’ (Dietrich Bonhoeffer). G-d zegt: ‘gevonden’, goed bevonden, teruggevonden, voorgoed gevonden.
Twee vrouwen in verwachting, oud en jong die het uitzingen, het lijkt of ze een duet zingen. Een lied over omgekeerde rollen.
Een lied dat machtiger is dan eender welke provocerende taal of gebaar. Een lied dat verbindt, samenbrengt.
Een lied dat zingt van: ‘Genade die Gods kracht is. Alle hoogmoed, al onze eigenwaan die ontmaskert wordt.
Trots die uiteengeslagen wordt tot niets nog overblijft’. Het zingt over ‘de zekerheid dat je als mens alleen, uit jezelf nergens komt.
Dat bij Hem de rollen worden omgekeerd, machthebbers worden van hun troon gestoten arme en kleine, rafelrandmensen groot gemaakt.’
Zo mogen deze vrouwen, zo mogen wij, elkaar nabij zijn en blijven, vol verwachting dankbaar zingen.