Verbonden Léven

Joh 15,1-8  (13/05/2020)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer.
Elke rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij af; en elke die wel vrucht draagt zuivert hij,
opdat zij meer vrucht mag dragen. Gij zijt al rein dankzij het woord dat ik tot u gesproken heb.
Blijft in mij dan blijf ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf maar alleen als zij blijft aan de wijnstok,
zo gij evenmin als gij niet blijft in mij. Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in mij blijft terwijl ik blijf in hem
die draagt veel vrucht, want los van mij kunt gij niets. Als iemand niet in mij blijft wordt hij weggeworpen als de rank en verdort;
men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur en ze verbranden. Als gij in mij blijft en mijn woorden in u blijven
vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt dat gij rijke vruchten draagt;
zo zult gij mijn leerlingen zijn.'

Vandaag opnieuw een ‘ik ben’ formule die voor ons zo misleidend is. Als westerlingen zeggen we: ik ben die of die, ik ben zo oud, ik ben de zoon of dochter van, ik ben van alles en nog wat.
In de Hebreeuwse denkwereld echter schuiven ‘ik ben’ en ‘ik doe’ helemaal over elkaar heen. Ik ben wat ik doe en wat ik niet doe, ben ik niet.
‘Ik ben’ wil dan zeggen: aanwezig-zijn, begaan-zijn, verbonden-zijn. In die denkwereld leeft ook Jezus: hij is wat hij doet en hij doet wat hij is.
Nu klinkt er opnieuw ‘ik ben’ maar wel in verbondenheid met jou, als jij blijft in mij. “Wie in mij blijft terwijl ik blijf in hem die draagt veel vrucht.”
Ik ‘ben’ in wederzijdse verbondenheid. Ik doe ertoe in jouw leven en jij doet ertoe voor mij. Zo gaan wij op een wonderlijke, vriend-achtige manier voor elkaar bestaan.
Los van elkaar zal de rank verdorren. Verbonden met de Wijnstok zullen er vruchten zijn. Vruchten van verbondenheid.