Verbonden Léven

Joh.12,44-50 (06/5/2020)

In die tijd verklaarde Jezus met luide stem: 'Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij maar in hem die mij gezonden heeft;
en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Als een licht ben ik in de wereld gekomen, opdat alwie in mij gelooft,
niet in de duisternis blijft. Indien iemand mijn woorden hoort zonder ze te onderhouden dan veroordeel ik hem niet,
want ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen maar om de wereld te redden. Want wie mij verwerpt en mijn woorden niet aanvaardt
heeft reeds iemand die hem veroordeelt: het woord dat ik gesproken heb, dat zal hem veroordelen op de laatste dag.
Ik heb immers niet uit mijzelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, hij heeft mij opgedragen, wat ik moet zeggen en verkondigen.
Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Wat ik dus verkondig, verkondig ik zoals de Vader het mij gezegd heeft.'

Geloof ik in Jezus of geloof ik in God? Als je Christenen in verlegenheid wil brengen moet je hen maar eens die vraag stellen.
Óf de vraag aan jezelf stellen, dan weet je al snel dat het een lastige is.
Hier is het niet de bedoeling om theologische vragen te stellen over Jezus’ God-zijn. Wél willen wij ‘navolgers’ van Jezus worden.
En wat zien we hem dan doen (hier en op vele andere momenten in de Evangelies)? Doorverwijzen. Níet naar zichzelf wijzen.
Hoezeer hij ook ‘de weg, de waarheid en het leven’ is, toch gaat zijn boodschap niet over hemzelf, maar over zijn ‘Vader’.
Jezus wil ‘niet meer’ zijn dan een licht op onze weg naar het fundament waaruit hij zelf leeft: een God van leven – Léven (= leven, voluit, bruisend, vrij).
Meer dan wie ook geworteld staande in zijn geloof, ervaarde Jezus dat ‘zijn God’ een bron van leven is, onomstotelijk, altijd, ‘eeuwig’, … en dát is zijn boodschap.
Er is in dit stukje Evangelie nog iets wat mij opvalt: “Als iemand mijn woorden hoort en ze niet onderhoudt, veroordeel ik hem niet.”
Dat op zichzelf is al meer dan het doordenken waard!