Verbonden Léven

Psalmen4

Psalm 3

Kunstwerk als verwerking van de Psalm gemaakt door Elly Mondelaers

Psalm 3

Heer, hoe talrijk zij die mij kwellen,
hoe talrijk die tegen mij opstaan!
Hoe talrijk zij die mij zeggen:
“Je vindt geen redding bij Gòd.”

Toch ben Jij mijn schild, mijn God,
Jij houdt mij opgericht.
Telkens ik tot Jou roep, mijn God,
antwoord Jij mij vanuit jouw wòning.

Ik mag slapen en weer ontwaken,
want Jij beschermt mij, Heer.
Ik hoef niets te vrezen,
al staan er duizenden tegen mij òp.

Sta op, Heer! Verlos mij, mijn God,
want Jij weerstaat allen die Jou weerstaan.
Van Jou komt verlossing;
jouw zegen rust op je vòlk.

(Gezongen door zusters van de St.-Trudoabdij, met citerbegeleiding)

Psalm 3 – aanzet

Om dit nieuwe jaar (waarvan we allemaal toch zo hopen dat het ‘nieuw’ zal zijn in vergelijking met het oude) in te zetten, toch een Psalm die op het eerste zicht nogal lijkt op de laatste van ‘vorig jaar’ (Psalm 142): Een klaagpsalm. Er staan er inderdaad wel wat in het Psalmboek – dat mág dus blijkbaar ruimschoots. De kans dat je er zo een treft, is dus redelijk groot.
Toch ademt onze voorliggende Psalm 3 een wat andere sfeer uit dan Psalm 142. Het ‘klagen’ duurt eigenlijk niet zo lang (alleen de 1ste strofe, v.2-3) – bijna alsof het alleen de aanleiding is om het ándere te kunnen uitzingen: “Toch …” (v.4) Dat ene woordje vormt een sterkstaande tegenstelling met al het vorige: wat er ook gebeure, wat er ook op mij afkomt, hoe lastig ik het ook kan hebben, … “toch … houd Jij mij opgericht, G-d.” Méér dan een klaagpsalm is het dus een lied van vertrouwen.
Dat wordt nog versterkt met v.5: “Telkens …” Dat kun je lezen in de verleden tijd, of in de tegenwoordige tijd – en dus ook in de toekomstige tijd! Interessant is trouwens ook die zin eens aandachtig op zichzelf te zien: Telkens ik roep, antwoordt G-d. … Aan G-ds antwoord ontbreekt het dus nooit …! Misschien wel aan mijn roepen …?
In de derde strofe (v.6-7) wordt dit vertrouwen toegepast op een situatie die je zowel concreet als symbolisch kunt lezen: het slapengaan en weer ontwaken. (Of omgekeerd. In Psalm 4 is er uitdrukkelijk sprake van slapengaan; wellicht daarom heeft men Psalm 3 vaak eerder als een complementaire ochtendpsalm geïnterpreteerd.) Bij het ontwaken mag ik dankbaar zijn dat ik de nacht doorgekomen ben en dus vertrouwvol de nieuwe dag aanvatten.
Het is zeer heilzaam ’s avonds en/of ’s morgens de dag met haar wel en wee in G-ds handen te leggen – ín dat Vertrouwen. Des te meer wij onze weerloosheid kunnen erkennen en Toevertrouwen, des te beter zullen we slapen! én ontwaken! Want neen, mensen die op G-d vertrouwen zijn niet vrijgesteld van ‘nachtelijke momenten’ in het leven. G-dsvertrouwen haalt ons niet weg uit de realiteit van een mensenleven. We worden er integendeel uitdrukkelijk naar gezonden, maar dan wel ‘wakker’, uit/toegerust, vertrouwvol. Want “ik hoef niets te vrezen”!
De slotstrofe (v.8-9) start met een appél aan G-d, maar voegt dan nog een extra dimensie toe: Tot nu toe leek het of de psalmbidder enkel in eigen naam sprak, maar nu zingt hij nog duidelijk uit dat die redding, die zegen, op het hele G-dsvolk rust.
(Het is een boeiend gegeven in het hele Psalmboek hoe de relatie tussen de individuele psalmbidder en de gemeenschap voortdurend wederzijds elkaar beïnvloedt. Het zou voor ons, hedendaagse psalmbidders, ongetwijfeld inspirerend zijn ook telkens die dubbele relatie te zien: individueel ontvang ik heel veel van de gemeenschap, maar als individu heb ik ook veel te geven aan de gemeenschap. Een pak meer dan het doorgeschoten individualisme dat we vandaag overal om ons heen kunnen merken, is de wérkelijke mens een schakel in een groter geheel, tegelijk klein én onontbeerlijk.)
Zo wordt het gebed van deze individuele bidder tegelijk een zegengebed voor het hele volk – een zegen die zich zal ver-daad-werkelijken als de psalmbidder ‘wakker’ opstaat en de dag aanpakt in vertrouwvolle verantwoordelijkheid.

Of ikzelf het altijd zo kan beleven zoals ik het hier schrijf, is natuurlijk een andere zaak – helaas. Wél heb ik uiteraard (wie niet?) in mijn leven al behoorlijk mijn ‘nachtelijke momenten’ gehad, en ik kan er wél van getuigen dat áls ik ze vertrouwvol in G-ds handen leg, ze ook anders worden! Oók mag ik er van getuigen dat áls ik vanuit Vertrouwen met mijn dagelijkse dingen en mensen omga, dat daar veel meer zegen uit voortvloeit dan als ik het allemaal maar zelf doe.
Of het mij dus altijd lukt, durf ik niet zeggen; of het wáár is, dat durf ik volmondig beamen!
En het psalm-bidden her-inner-t mij, nodigt mij uit, ‘maakt mij wakker’ om het “telkens” opnieuw te proberen – dus ook vandáág
en dus ook in 2021 …
Mij kan wel eens een zekere somberheid (‘nachtelijk gevoel’) overvallen over hoe ik ‘de wereld’ bezig zie. (En dan heb ik het niet over corona en co. Zo’n crisis reveleert alleen maar welke lijnen ‘de wereld’ al lang aan het trekken is. Dat gaat dan bv. over dat te-individualisme, een te-almachtsdenken/maakbaarheid, een te-ik-gerichtheid, een te-materialisme, …) --- Psalm 3 nodigt mij uit – daagt mij uit – ook voor ‘de wereld’ vertrouwvol en hoopvol te zijn, en zelf ‘wakker te worden’ om er mijn verantwoordelijkheid positief in op te nemen.
Drie jaar nu al zoek ik een concrete leef- en werkplek die een antwoord geeft op de roeping die ik van G-d meen te ervaren, inbegrepen wie ik (maar) ben en wat ik (maar) kan. Dat is geen lichte ‘nacht’ … ware er niet het Vertrouwen … Maar dat lukt dus maar met ups en downs … --- Gelukkig zijn er dan ‘Psalm 3-s’ die mij “telkens” uitnodigen – uitdagen ook voor mijn leven vertrouwvol en hoopvol te zijn … dat het tot zegen zál zijn voor G-ds volk!